DSV_Strongs(i)
20
H6635
En over het heir
H4294
van den stam
H1121
der kinderen
H1410
van Gad
H460
was Eljasaf
H1121
, de zoon
H1845
van Dehuel.
21
H5265 H8804
Toen togen op
H6956
de Kohathieten
H5375 H8802
, dragende
H4720
het heiligdom
H6965 H0
; en [de] [anderen] richtten
H4908
den tabernakel
H6965 H8689
op
H935 H8800
, tegen dat dezen kwamen.
22
H5265 H8804
Daarna toog op
H1714
de banier
H4264
van het leger
H1121
der kinderen
H669
van Efraim
H6635
, naar hun heiren
H6635
; en over het heir
H476
was Elisama
H1121
, de zoon
H5989
van Ammihud.
23
H6635
En over het heir
H4294
van den stam
H1121
der kinderen
H4519
van Manasse
H1583
was Gamaliel
H1121
, de zoon
H6301
van Pedazur.
24
H6635
En over het heir
H4294
van den stam
H1121
der kinderen
H1144
van Benjamin
H27
was Abidan
H1121
, de zoon
H1441
van Gideoni.
25
H5265 H8804
Toen toog op
H1714
de banier
H4264
van het leger
H1121
der kinderen
H1835
van Dan
H622 H8764
, samensluitende
H4264
al de legers
H6635
, naar hun heiren
H6635
; en over zijn heir
H295
was Ahiezer
H1121
de zoon
H5996
van Ammisaddai.
26
H6635
En over het heir
H4294
van den stam
H1121
der kinderen
H836
van Aser
H6295
was Pagiel
H1121
, de zoon
H5918
van Ochran.
27
H6635
En over het heir
H4294
van den stam
H1121
der kinderen
H5321
van Nafthali
H299
was Ahira
H1121
, de zoon
H5881
van Enan.
28
H428
Dit
H4550
waren de tochten
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H6635
, naar hun heiren
H5265 H8799
, als zij reisden.
29
H4872
Mozes
H559 H8799
nu zeide
H2246
tot Hobab
H1121
, den zoon
H7467
van Rehuel
H4084
, den Midianiet
H2859 H8802
, den schoonvader
H4872
van Mozes
H5265 H8802
: Wij reizen
H4725
naar die plaats
H3068
, van welke de HEERE
H559 H8804
gezegd heeft
H5414 H8799
: Ik zal u die geven
H3212 H8798
; ga
H2895 H8689
met ons, en wij zullen u weldoen
H3068
, want de HEERE
H3478
heeft over Israel
H2896
het goede
H1696 H8765
gesproken.
30
H559 H8799
Doch hij zeide
H3212 H8799
tot hem: Ik zal niet gaan
H776
; maar ik zal naar mijn land
H4138
en naar mijn maagschap
H3212 H8799
gaan.
31
H559 H8799
En hij zeide
H5800 H8799
: Verlaat
H3651
ons toch niet; want dewijl
H3045 H8804
gij weet
H2583 H8800
, dat wij ons legeren
H4057
in de woestijn
H5869
, zo zult gij ons tot ogen zijn.
32
H3212 H8799
En het zal geschieden, als gij met ons zult gaan
H2896
, en het goede
H3068
geschieden zal, waarmede de HEERE
H3190 H8686
bij ons weldoen zal
H2895 H8689
, dat wij u ook weldoen zullen.
33
H5265 H8799
Zo togen zij
H7969
drie
H3117 H1870
dagreizen
H2022
van den berg
H3068
des HEEREN
H727
; en de ark
H1285
des verbonds
H3068
des HEEREN
H5265 H8802
reisde
H6440
voor hun aangezicht
H7969
drie
H3117 H1870
dagreizen
H4496
, om voor hen een rustplaats
H8446 H8800
uit te speuren.
34
H6051
En de wolk
H3068
des HEEREN
H3119
was des daags
H4264
over hen, als zij uit het leger
H5265 H8800
verreisden.