Numbers 10:20-36

DSV_Strongs(i)
  20 H6635 En over het heir H4294 van den stam H1121 der kinderen H1410 van Gad H460 was Eljasaf H1121 , de zoon H1845 van Dehuel.
  21 H5265 H8804 Toen togen op H6956 de Kohathieten H5375 H8802 , dragende H4720 het heiligdom H6965 H0 ; en [de] [anderen] richtten H4908 den tabernakel H6965 H8689 op H935 H8800 , tegen dat dezen kwamen.
  22 H5265 H8804 Daarna toog op H1714 de banier H4264 van het leger H1121 der kinderen H669 van Efraim H6635 , naar hun heiren H6635 ; en over het heir H476 was Elisama H1121 , de zoon H5989 van Ammihud.
  23 H6635 En over het heir H4294 van den stam H1121 der kinderen H4519 van Manasse H1583 was Gamaliel H1121 , de zoon H6301 van Pedazur.
  24 H6635 En over het heir H4294 van den stam H1121 der kinderen H1144 van Benjamin H27 was Abidan H1121 , de zoon H1441 van Gideoni.
  25 H5265 H8804 Toen toog op H1714 de banier H4264 van het leger H1121 der kinderen H1835 van Dan H622 H8764 , samensluitende H4264 al de legers H6635 , naar hun heiren H6635 ; en over zijn heir H295 was Ahiezer H1121 de zoon H5996 van Ammisaddai.
  26 H6635 En over het heir H4294 van den stam H1121 der kinderen H836 van Aser H6295 was Pagiel H1121 , de zoon H5918 van Ochran.
  27 H6635 En over het heir H4294 van den stam H1121 der kinderen H5321 van Nafthali H299 was Ahira H1121 , de zoon H5881 van Enan.
  28 H428 Dit H4550 waren de tochten H1121 der kinderen H3478 Israels H6635 , naar hun heiren H5265 H8799 , als zij reisden.
  29 H4872 Mozes H559 H8799 nu zeide H2246 tot Hobab H1121 , den zoon H7467 van Rehuel H4084 , den Midianiet H2859 H8802 , den schoonvader H4872 van Mozes H5265 H8802 : Wij reizen H4725 naar die plaats H3068 , van welke de HEERE H559 H8804 gezegd heeft H5414 H8799 : Ik zal u die geven H3212 H8798 ; ga H2895 H8689 met ons, en wij zullen u weldoen H3068 , want de HEERE H3478 heeft over Israel H2896 het goede H1696 H8765 gesproken.
  30 H559 H8799 Doch hij zeide H3212 H8799 tot hem: Ik zal niet gaan H776 ; maar ik zal naar mijn land H4138 en naar mijn maagschap H3212 H8799 gaan.
  31 H559 H8799 En hij zeide H5800 H8799 : Verlaat H3651 ons toch niet; want dewijl H3045 H8804 gij weet H2583 H8800 , dat wij ons legeren H4057 in de woestijn H5869 , zo zult gij ons tot ogen zijn.
  32 H3212 H8799 En het zal geschieden, als gij met ons zult gaan H2896 , en het goede H3068 geschieden zal, waarmede de HEERE H3190 H8686 bij ons weldoen zal H2895 H8689 , dat wij u ook weldoen zullen.
  33 H5265 H8799 Zo togen zij H7969 drie H3117 H1870 dagreizen H2022 van den berg H3068 des HEEREN H727 ; en de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H5265 H8802 reisde H6440 voor hun aangezicht H7969 drie H3117 H1870 dagreizen H4496 , om voor hen een rustplaats H8446 H8800 uit te speuren.
  34 H6051 En de wolk H3068 des HEEREN H3119 was des daags H4264 over hen, als zij uit het leger H5265 H8800 verreisden.
  35 H5265 H8800 Het geschiedde nu in het optrekken H727 van de ark H4872 , dat Mozes H559 H8799 zeide H6965 H8798 : Sta op H3068 , HEERE H341 H8802 ! en laat Uw vijanden H6327 H8799 verstrooid worden H8130 H8764 , en Uw haters H6440 van Uw aangezicht H5127 H8799 vlieden!
  36 H5117 H8800 En als zij rustte H559 H8799 , zeide hij H7725 H8798 : Kom weder H3068 , HEERE H7233 ! [tot] de tien duizenden H505 der duizenden H3478 van Israel!