DSV_Strongs(i)
25
H802
Wanneer ook een vrouw
H7227
, vele
H3117
dagen
H3808
buiten
H6256
den tijd
H5079
harer afzondering
H2101
, van den vloed
H1818
haars bloeds
H2100 H8799
vloeien zal
H2100 H8799
, of wanneer zij vloeien zal
H5921
boven
H5079
hare afzondering
H3117
, zij zal al den dagen
H2101
van den vloed
H2932
harer onreinigheid
H3117
, als in de dagen
H5079
harer afzondering
H2931
onrein zijn.
26
H4904
Alle leger
H3117
, waarop zij al de dagen
H2101
haars vloeds
H7901 H8799
gelegen zal hebben
H4904
, zal haar zijn als het leger
H5079
harer afzondering
H3627
; en alle tuig
H3427 H8799
, waarop zij zal gezeten hebben
H2931
, zal onrein zijn
H2932
, naar de onreinigheid
H5079
harer afzondering.
27
H5060 H8802
En zo wie die dingen aanroert
H2930 H8799
, zal onrein zijn
H899
; daarom zal hij zijn klederen
H3526 H8765
wassen
H4325
, en zich met water
H7364 H8804
baden
H2930 H8804
, en onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
28
H2101
Maar als zij van haar vloed
H2891 H8804
rein wordt
H7651
, dan zal zij voor zich zeven
H3117
dagen
H5608 H8804
tellen
H310
, daarna
H2891 H8799
zal zij rein zijn.
29
H8066
En op den achtsten
H3117
dag
H8147
zal zij voor zich twee
H8449
tortelduiven
H8147
, of twee
H1121
jonge
H3123
duiven
H3947 H8799
nemen
H3548
, en zij zal die tot den priester
H935 H8689
brengen
H6607
, aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
30
H3548
Dan zal de priester
H259
een
H2403
ten zondoffer
H259
en een
H5930
ten brandoffer
H6213 H8804
bereiden
H3548
; en de priester
H2101
zal voor haar, van den vloed
H2932
harer onreinigheid
H3722 H8765
, verzoening doen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
31
H1121
Alzo zult gij de kinderen
H3478
Israels
H5144 H8689
afzonderen
H2932
van hun onreinigheid
H2932
; opdat zij in hun onreinigheid
H4191 H8799
niet sterven
H4908
, als zij Mijn tabernakel
H8432
, die in het midden
H2930 H8763
van hen is, verontreinigen zouden.