DSV_Strongs(i)
3
H559 H8804
En zeg
H8085 H8798
: Hoort
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H4428
, gij koningen
H3063
van Juda
H3427 H8802
en inwoners
H3389
van Jeruzalem
H559 H8804
! Alzo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H7451
: Ziet, Ik zal een kwaad
H935 H8688
brengen
H4725
over deze plaats
H8085 H8802
, [van] hetwelk een ieder, die het hoort
H241
, zijn oren
H6750 H8799
klinken zullen;
4
H5800 H8804
Omdat zij Mij verlaten
H4725
, en deze plaats
H5234 H8762
vervreemd
H312
, en anderen
H430
goden
H6999 H8762
daarin gerookt hebben
H3045 H8804
die zij niet gekend hebben
H1
, zij, noch hun vaders
H4428
, noch de koningen
H3063
van Juda
H4725
; en hebben deze plaats
H4390 H8804
vervuld
H1818
met bloed
H5355
der onschuldigen.
5
H1116
Want zij hebben de hoogten
H1168
van Baal
H1129 H8804
gebouwd
H1121
, om hun zonen
H784
met vuur
H8313 H8800
te verbranden
H1168
, aan Baal
H5930
[tot] brandofferen
H6680 H8765
; hetwelk Ik niet geboden
H1696 H8765
, noch gesproken heb
H3820
, noch in Mijn hart
H5927 H8804
is opgekomen?
6
H3117
Daarom, ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H4725
, dat deze plaats
H7121 H8735
niet meer zal genoemd worden
H8612
het Tofeth
H1516
, of dal
H1121
des zoons
H2011
van Hinnom
H1516 H2028
, maar Moorddal.
7
H6098
Want Ik zal den raad
H3063
van Juda
H3389
en Jeruzalem
H4725
in deze plaats
H1238 H8804
verijdelen
H6440
, en zal hen voor het aangezicht
H341 H8802
hunner vijanden
H5307 H8689
doen vallen
H2719
door het zwaard
H3027
, en door de hand
H5315
dergenen, die hun ziel
H1245 H8764
zoeken
H5038
; en Ik zal hun dode lichamen
H5775
het gevogelte
H8064
des hemels
H929
en het gedierte
H776
der aarde
H3978
tot spijze
H5414 H8804
geven.
8
H5892
En Ik zal deze stad
H7760 H8804
zetten
H8047
tot een ontzetting
H8322
en tot een aanfluiting
H5674 H8802
; al wie voorbij haar gaat
H8074 H8799
, zal zich ontzetten
H8319 H8799
en fluiten
H4347
over al haar plagen.
9
H1320
En Ik zal hunlieden het vlees
H1121
hunner zonen
H1320
en het vlees
H1323
hunner dochteren
H398 H8689
doen eten
H398 H8799
, en zij zullen eten
H376
, een iegelijk
H1320
het vlees
H7453
zijns naasten
H4692
, in de belegering
H4689
en in de benauwing
H341 H8802
, waarmede hen hun vijanden
H5315
, en die hun ziel
H1245 H8764
zoeken
H6693 H8686
, benauwen zullen.
10
H1228
Dan zult gij de kruik
H7665 H8804
verbreken
H5869
voor de ogen
H582
der mannen
H1980 H8802
, die met u gegaan zijn;
11
H559 H8804
En gij zult tot hen zeggen
H559 H8804
: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H3602
: Alzo
H5971
zal Ik dit volk
H5892
en deze stad
H7665 H8799
verbreken
H3335 H8802 H3627
, gelijk als men een pottenbakkersvat
H7665 H8799
verbreekt
H7495 H0
, dat niet weder geheeld
H3201 H8799
kan
H7495 H8736
worden
H8612
; en zij zullen hen in Tofeth
H6912 H8799
begraven
H4725
, omdat er geen [andere] plaats
H6912 H8800
zal zijn om te begraven.
12
H4725
Zo zal Ik deze plaats
H6213 H8799
doen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H3427 H8802
, en haar inwoners
H5892
; en dat om deze stad
H5414 H8800
te stellen
H8612
als een Tofeth.
13
H1004
En de huizen
H3389
van Jeruzalem
H1004
en de huizen
H4428
der koningen
H3063
van Juda
H4725
zullen, gelijk alle plaatsen
H8612
van Tofeth
H2931
, onrein worden
H1004
, met al de huizen
H1406
, op welker daken
H6635
zij aan al het heir
H8064
des hemels
H6999 H8765
gerookt
H312
en aan vreemde
H430
goden
H5262
drankofferen
H5258 H8687
geofferd hebben.