DSV_Strongs(i)
14
H6726
Doch Sion
H559 H8799
zegt
H3068
: De HEERE
H5800 H8804
heeft mij verlaten
H136
, en de HEERE
H7911 H8804
heeft mij vergeten.
15
H802
Kan ook een vrouw
H5764
haar zuigeling
H7911 H8799
vergeten
H7355 H8763
, dat zij zich niet ontferme
H1121
over den zoon
H990
haars buiks
H7911 H8799
? Ofschoon deze vergate
H7911 H8799
, zo zal Ik toch u niet vergeten.
16
H3709
Zie, Ik heb u in de beide handpalmen
H2710 H8804
gegraveerd
H2346
; uw muren
H8548
zijn steeds voor Mij.
17
H1121
Uw zonen
H4116 H8765
zullen zich haasten
H2040 H8764
; [maar] uw verstoorders
H2717 H8688
en uw verwoesters
H3318 H8799
zullen van u uitgaan.
18
H5375 H8798
Hef
H5869
uw ogen
H5439
op rondom
H7200 H8798
, en zie
H6908 H8738
, alle deze vergaderen zich
H935 H8804
, zij komen
H2416
tot u; [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H5716
, zekerlijk, gij zult u met alle dezen als met een sieraad
H3847 H8799
bekleden
H7194 H8762
, en gij zult ze [u] aanbinden
H3618
, gelijk een bruid.
19
H2723
Want [in] uw woeste
H8074 H8802
en uw eenzame plaatsen
H2035
, en uw verstoord
H776
land
H3334 H8799
, gewisselijk, nu zult gij benauwd worden
H3427 H8802
van inwoners
H1104 H8764
; en die u verslonden
H7368 H8804
, zullen zich verre van u maken.
20
H1121
Nog zullen de kinderen
H7923
, waarvan gij beroofd waart
H559 H8799
, zeggen
H241
voor uw oren
H4725
: De plaats
H6862
is mij te nauw
H5066 H8798 H4725
, wijk
H3427 H8799
van mij, dat ik wonen moge.
21
H559 H8804
En gij zult zeggen
H3824
in uw hart
H3205 H8804
: Wie heeft mij dezen gegenereerd
H7921 H8803
, aangezien ik van kinderen beroofd
H1565
en eenzaam
H1540 H8802
was? Ik was in de gevangenis gegaan
H5493 H8803
, en weggeweken
H1431 H8765
; wie heeft mij dan dezen opgevoed
H7604 H8738
? Ziet, ik was alleen overgelaten
H375
, waar waren dezen?
22
H559 H8804
Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3027
: Ziet, Ik zal Mijn hand
H5375 H8799
opheffen
H1471
tot de heidenen
H5971
, en tot de volken
H5251
zal Ik Mijn banier
H7311 H8686
opsteken
H1121
; dan zullen zij uw zonen
H2684
in de armen
H935 H8689
brengen
H1323
, en uw dochters
H3802
zullen op den schouder
H5375 H8735
gedragen worden.
23
H4428
En koningen
H539 H8802
zullen uw voedsterheren
H8282
zijn, hun vorstinnen
H3243 H8688
uw zoogvrouwen
H7812 H8691
; zij zullen zich voor u buigen
H639
met het aangezicht
H776
ter aarde
H6083
, en zij zullen het stof
H7272
uwer voeten
H3897 H8762
lekken
H3045 H8804
; en gij zult weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H954 H8799
ben, dat zij niet beschaamd zullen worden
H6960 H8802
die Mij verwachten.
24
H1368
Zou ook een machtige
H4455
de vangst
H3947 H8714
ontnomen worden
H7628
, of zouden de gevangenen
H6662
eens rechtvaardigen
H4422 H8735
ontkomen?
25
H559 H8804
Doch alzo zegt
H3068
de HEERE
H7628
: Ja, de gevangenen
H1368
des machtigen
H3947 H8714
zullen [hem] ontnomen worden
H4455
, en de vangst
H6184
des tirans
H4422 H8735
zal ontkomen
H3401
; want met uw twisters
H7378 H8799
zal Ik twisten
H1121
, en uw kinderen
H3467 H8686
zal Ik verlossen.
26
H3238 H8688
En Ik zal uw verdrukkers
H398 H8689
spijzen
H1320
met hun eigen vlees
H1818
, en van hun eigen bloed
H7937 H8799
zullen zij dronken worden
H6071
, als van zoeten wijn
H1320
; en alle vlees
H3045 H8804
zal gewaar worden
H3068
, dat Ik, de HEERE
H3467 H8688
, uw Heiland
H1350 H8802
ben, en uw Verlosser
H46
, de Machtige
H3290
Jakobs.