Isaiah 49:14-26

DSV_Strongs(i)
  14 H6726 Doch Sion H559 H8799 zegt H3068 : De HEERE H5800 H8804 heeft mij verlaten H136 , en de HEERE H7911 H8804 heeft mij vergeten.
  15 H802 Kan ook een vrouw H5764 haar zuigeling H7911 H8799 vergeten H7355 H8763 , dat zij zich niet ontferme H1121 over den zoon H990 haars buiks H7911 H8799 ? Ofschoon deze vergate H7911 H8799 , zo zal Ik toch u niet vergeten.
  16 H3709 Zie, Ik heb u in de beide handpalmen H2710 H8804 gegraveerd H2346 ; uw muren H8548 zijn steeds voor Mij.
  17 H1121 Uw zonen H4116 H8765 zullen zich haasten H2040 H8764 ; [maar] uw verstoorders H2717 H8688 en uw verwoesters H3318 H8799 zullen van u uitgaan.
  18 H5375 H8798 Hef H5869 uw ogen H5439 op rondom H7200 H8798 , en zie H6908 H8738 , alle deze vergaderen zich H935 H8804 , zij komen H2416 tot u; [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5716 , zekerlijk, gij zult u met alle dezen als met een sieraad H3847 H8799 bekleden H7194 H8762 , en gij zult ze [u] aanbinden H3618 , gelijk een bruid.
  19 H2723 Want [in] uw woeste H8074 H8802 en uw eenzame plaatsen H2035 , en uw verstoord H776 land H3334 H8799 , gewisselijk, nu zult gij benauwd worden H3427 H8802 van inwoners H1104 H8764 ; en die u verslonden H7368 H8804 , zullen zich verre van u maken.
  20 H1121 Nog zullen de kinderen H7923 , waarvan gij beroofd waart H559 H8799 , zeggen H241 voor uw oren H4725 : De plaats H6862 is mij te nauw H5066 H8798 H4725 , wijk H3427 H8799 van mij, dat ik wonen moge.
  21 H559 H8804 En gij zult zeggen H3824 in uw hart H3205 H8804 : Wie heeft mij dezen gegenereerd H7921 H8803 , aangezien ik van kinderen beroofd H1565 en eenzaam H1540 H8802 was? Ik was in de gevangenis gegaan H5493 H8803 , en weggeweken H1431 H8765 ; wie heeft mij dan dezen opgevoed H7604 H8738 ? Ziet, ik was alleen overgelaten H375 , waar waren dezen?
  22 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3027 : Ziet, Ik zal Mijn hand H5375 H8799 opheffen H1471 tot de heidenen H5971 , en tot de volken H5251 zal Ik Mijn banier H7311 H8686 opsteken H1121 ; dan zullen zij uw zonen H2684 in de armen H935 H8689 brengen H1323 , en uw dochters H3802 zullen op den schouder H5375 H8735 gedragen worden.
  23 H4428 En koningen H539 H8802 zullen uw voedsterheren H8282 zijn, hun vorstinnen H3243 H8688 uw zoogvrouwen H7812 H8691 ; zij zullen zich voor u buigen H639 met het aangezicht H776 ter aarde H6083 , en zij zullen het stof H7272 uwer voeten H3897 H8762 lekken H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE H954 H8799 ben, dat zij niet beschaamd zullen worden H6960 H8802 die Mij verwachten.
  24 H1368 Zou ook een machtige H4455 de vangst H3947 H8714 ontnomen worden H7628 , of zouden de gevangenen H6662 eens rechtvaardigen H4422 H8735 ontkomen?
  25 H559 H8804 Doch alzo zegt H3068 de HEERE H7628 : Ja, de gevangenen H1368 des machtigen H3947 H8714 zullen [hem] ontnomen worden H4455 , en de vangst H6184 des tirans H4422 H8735 zal ontkomen H3401 ; want met uw twisters H7378 H8799 zal Ik twisten H1121 , en uw kinderen H3467 H8686 zal Ik verlossen.
  26 H3238 H8688 En Ik zal uw verdrukkers H398 H8689 spijzen H1320 met hun eigen vlees H1818 , en van hun eigen bloed H7937 H8799 zullen zij dronken worden H6071 , als van zoeten wijn H1320 ; en alle vlees H3045 H8804 zal gewaar worden H3068 , dat Ik, de HEERE H3467 H8688 , uw Heiland H1350 H8802 ben, en uw Verlosser H46 , de Machtige H3290 Jakobs.