Isaiah 48

DSV_Strongs(i)
  1 H8085 H8798 Hoort H1004 dit, gij huis H3290 van Jakob H7121 H8737 , die genoemd wordt H8034 met den naam H3478 van Israel H4325 , en uit de wateren H3063 van Juda H3318 H8804 voortgekomen zijt H7650 H8737 ! die daar zweert H8034 bij den Naam H3068 des HEEREN H2142 H8686 , en vermeldt H430 den God H3478 Israels H571 , [maar] niet in waarheid H6666 , noch in gerechtigheid.
  2 H6944 Ja, van de heilige H5892 stad H7121 H8738 worden zij genoemd H5564 H8738 , en zij steunen op H430 den God H3478 Israels H3068 ; HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam.
  3 H7223 De vorige dingen H5046 H8689 heb Ik verkondigd H227 van toen H6310 af, en uit Mijn mond H3318 H8804 zijn zij voortgekomen H8085 H8686 , en Ik heb ze doen horen H6597 ; Ik heb ze snellijk H6213 H8804 gedaan H935 H8799 , en zij zijn gekomen;
  4 H1847 Omdat Ik wist H7186 , dat gij hard H6203 zijt, en uw nek H1270 een ijzeren H1517 zenuw H4696 is, en uw voorhoofd H5154 koper;
  5 H227 Daarom heb Ik het u van toen H5046 H8686 af verkondigd H935 H8799 , eer dat het kwam H8085 H8689 , heb Ik het u doen horen H559 H8799 ; opdat gij niet misschien zoudt zeggen H6090 : Mijn afgod H6213 H8804 heeft die dingen gedaan H6459 , of mijn gesneden beeld H5262 , of mijn gegoten beeld H6680 H8765 heeft ze bevolen.
  6 H8085 H8804 Gij hebt [het] gehoord H2372 H8798 , aanmerkt H5046 H8686 dat alles; zult gijlieden het ook niet verkondigen H6258 ? Van nu H2319 af doe Ik u nieuwe dingen H8085 H8689 horen H5341 H8803 , en verborgen dingen H3045 H8804 , en die gij niet geweten hebt.
  7 H1254 H8738 Nu zijn zij geschapen H6440 , en niet van toen af, en voor H3117 [dezen] dag H8085 H8804 hebt gij ze ook niet gehoord H559 H8799 ; opdat gij niet misschien zeggen zoudt H3045 H8804 : Ziet, ik heb ze geweten.
  8 H8085 H8804 Ook hebt gij ze niet gehoord H3045 H8804 , ook hebt gij ze niet geweten H241 , ook van toen af is uw oor H6605 H8765 niet geopend geweest H3045 H8804 ; want Ik heb geweten H898 H8799 , dat gij gans trouwelooslijk H898 H8800 handelen zoudt H990 , en dat gij van den buik H6586 H8802 af een overtreder H7121 H8795 genaamd zijt.
  9 H8034 Om Mijns Naams H639 wil zal Ik Mijn toorn H748 H8686 langer uitstellen H8416 , en om Mijns roems H2413 H8799 [wil] zal Ik, u ten goede, [Mij] bedwingen H3772 H8687 , opdat Ik u niet afhouwe.
  10 H6884 H8804 Ziet, Ik heb u gelouterd H3701 , doch niet als zilver H977 H8804 , Ik heb u gekeurd H3564 in den smeltkroes H6040 der ellende.
  11 H6213 H8799 Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen H2490 H8735 , want hoe zou Hij ontheiligd worden H3519 ? en Ik zal Mijn eer H312 aan geen ander H5414 H8799 geven.
  12 H8085 H8798 Hoor H3290 naar Mij, o Jakob H3478 ! en gij Israel H7121 H8794 , Mijn geroepene H7223 ! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste H314 , ook ben Ik de Laatste.
  13 H3027 Ook heeft Mijn hand H776 de aarde H3245 H8804 gegrond H3225 , en Mijn rechterhand H8064 heeft de hemelen H2946 H8765 met de palm afgemeten H7121 H8802 ; wanneer Ik ze roep H5975 H8799 , staan zij H3162 daar te zamen.
  14 H6908 H8734 Vergadert u H8085 H8798 , gij allen, en hoort H5046 H8689 ; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd H3068 ? De HEERE H157 H8804 heeft hem lief H2656 , Hij zal Zijn welbehagen H894 tegen Babel H6213 H8799 doen H2220 , en Zijn arm zal H3778 [tegen] de Chaldeen zijn.
  15 H1696 H8765 Ik, Ik heb [het] gesproken H7121 H8804 , ook heb Ik hem geroepen H935 H8689 ; Ik zal hem doen komen H6743 H8689 , en hij zal voorspoedig zijn H1870 [op] zijn weg.
  16 H7126 H8798 Nadert gijlieden H8085 H8798 tot Mij, hoort H7218 dit: Ik heb van den beginne H5643 niet in het verborgene H1696 H8765 gesproken H6256 , [maar] van dien tijd H136 af, dat het geschied is, ben Ik daar; en nu, de Heere H3069 HEERE H7307 , en Zijn Geest H7971 H8804 heeft Mij gezonden.
  17 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H1350 H8802 , uw Verlosser H6918 , de Heilige H3478 Israels H3068 : Ik ben de HEERE H430 , uw God H3925 H8764 , Die u leert H3276 H8687 , wat nut is H1869 H8688 , Die u leidt H1870 op den weg H3212 H8799 , [dien] gij gaan moet.
  18 H3863 Och, dat H4687 gij naar Mijn geboden H7181 H8689 geluisterd hadt H7965 ! zo zou uw vrede H5104 geweest zijn als een rivier H6666 , en uw gerechtigheid H1530 als de golven H3220 der zee.
  19 H2233 Ook zou uw zaad H2344 geweest zijn als het zand H4578 , en die uit uw ingewanden H6631 voortkomen H4579 als deszelfs steentjes H8034 ; wiens naam H3772 H8735 niet zou worden afgehouwen H8045 H8735 , noch verdelgd H6440 van voor Mijn aangezicht.
  20 H3318 H8798 Gaat uit H894 van Babel H1272 H8798 , vliedt H3778 van de Chaldeen H5046 H8685 , verkondigt H6963 met de stemme H7440 des gejuichs H8085 H8685 , doet zulks horen H3318 H8685 , brengt het uit H7097 tot aan het einde H776 der aarde H559 H8798 , zegt H3068 : De HEERE H5650 heeft Zijn knecht H3290 Jakob H1350 H8804 verlost!
  21 H6770 H8804 En: Zij hadden geen dorst H3212 H8689 , [toen] Hij hen leidde H2723 door de woeste plaatsen H4325 ; Hij deed hun water H6697 uit den rotssteen H5140 H8689 vlieten H6697 ; als Hij den rotssteen H1234 H8799 kliefde H2100 H8799 , zo vloeiden H4325 de wateren daarhenen.
  22 H7563 [Maar] de goddelozen H7965 hebben geen vrede H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.