DSV_Strongs(i)
2
H7307
En op Hem zal de Geest
H3068
des HEEREN
H5117 H8804
rusten
H7307
, de Geest
H2451
der wijsheid
H998
en des verstands
H7307
, de Geest
H6098
des raads
H1369
en der sterkte
H7307
, de Geest
H1847
der kennis
H3374
en der vreze
H3068
des HEEREN.
3
H7306 H8687
En Zijn rieken zal zijn
H3374
in de vreze
H3068
des HEEREN
H4758
; en Hij zal naar het gezicht
H5869
Zijner ogen
H8199 H8799
niet richten
H4926
; Hij zal ook naar het gehoor
H241
Zijner oren
H3198 H8686
niet bestraffen.
4
H1800
Maar Hij zal de armen
H6664
met gerechtigheid
H8199 H8804
richten
H6035
, en de zachtmoedigen
H776
des lands
H4334
met rechtmatigheid
H3198 H8689
bestraffen
H776
; doch Hij zal de aarde
H5221 H8689
slaan
H7626
met de roede
H6310
Zijns monds
H7307
, en met den adem
H8193
Zijner lippen
H7563
zal Hij den goddeloze
H4191 H8686
doden.
5
H6664
Want gerechtigheid
H232
zal de gordel
H4975
Zijner lendenen
H530
zijn; ook zal de waarheid
H232
de gordel
H2504
Zijner lendenen zijn.
6
H2061
En de wolf
H3532
zal met het lam
H1481 H8804
verkeren
H5246
, en de luipaard
H1423
bij den geitenbok
H7257 H8799
nederliggen
H5695
; en het kalf
H3715
, en de jonge leeuw
H4806
, en het mestvee
H3162
te zamen
H6996
, en een klein
H5288
jongske
H5090 H8802
zal ze drijven.
7
H6510
De koe
H1677
en de berin
H3162
zullen te zamen
H7462 H8799
weiden
H3206
, haar jongen
H7257 H8799
zullen [te] [zamen] nederliggen
H738
, en de leeuw
H8401
zal stro
H398 H8799
eten
H1241
, gelijk de os.