Isaiah 11:2-9

DSV_Strongs(i)
  2 H7307 En op Hem zal de Geest H3068 des HEEREN H5117 H8804 rusten H7307 , de Geest H2451 der wijsheid H998 en des verstands H7307 , de Geest H6098 des raads H1369 en der sterkte H7307 , de Geest H1847 der kennis H3374 en der vreze H3068 des HEEREN.
  3 H7306 H8687 En Zijn rieken zal zijn H3374 in de vreze H3068 des HEEREN H4758 ; en Hij zal naar het gezicht H5869 Zijner ogen H8199 H8799 niet richten H4926 ; Hij zal ook naar het gehoor H241 Zijner oren H3198 H8686 niet bestraffen.
  4 H1800 Maar Hij zal de armen H6664 met gerechtigheid H8199 H8804 richten H6035 , en de zachtmoedigen H776 des lands H4334 met rechtmatigheid H3198 H8689 bestraffen H776 ; doch Hij zal de aarde H5221 H8689 slaan H7626 met de roede H6310 Zijns monds H7307 , en met den adem H8193 Zijner lippen H7563 zal Hij den goddeloze H4191 H8686 doden.
  5 H6664 Want gerechtigheid H232 zal de gordel H4975 Zijner lendenen H530 zijn; ook zal de waarheid H232 de gordel H2504 Zijner lendenen zijn.
  6 H2061 En de wolf H3532 zal met het lam H1481 H8804 verkeren H5246 , en de luipaard H1423 bij den geitenbok H7257 H8799 nederliggen H5695 ; en het kalf H3715 , en de jonge leeuw H4806 , en het mestvee H3162 te zamen H6996 , en een klein H5288 jongske H5090 H8802 zal ze drijven.
  7 H6510 De koe H1677 en de berin H3162 zullen te zamen H7462 H8799 weiden H3206 , haar jongen H7257 H8799 zullen [te] [zamen] nederliggen H738 , en de leeuw H8401 zal stro H398 H8799 eten H1241 , gelijk de os.
  8 H3243 H8802 En een zoogkind H8173 H8773 zal zich vermaken H2352 over het hol H6620 van een adder H1580 H8803 ; en een gespeend kind H3027 zal zijn hand H1911 H8804 uitsteken H3975 in de kuil H6848 van den basilisk.
  9 H7489 H8686 Men zal nergens leed doen H7843 H8686 noch verderven H2022 op den gansen berg H6944 Mijner heiligheid H776 ; want de aarde H4390 H8804 zal vol H1844 van kennis H3068 des HEEREN H4325 zijn, gelijk de wateren H3220 [den] [bodem] der zee H3680 H8764 bedekken.