Deuteronomy 32:15-25

DSV_Strongs(i)
  15 H3484 Als nu Jeschurun H8080 H8799 vet werd H1163 H8799 , zo sloeg hij achteruit H8080 H8804 (gij zijt vet H5666 H8804 , gij zijt dik H3780 H8804 , [ja], [met] [vet] overdekt geworden H433 !); en hij liet God H5203 H8799 varen H6213 H8804 , Die hem gemaakt heeft H5034 H8762 , en versmaadde H6697 den Rotssteen H3444 zijns heils.
  16 H7065 H8686 Zij hebben Hem tot ijver verwekt H2114 H8801 door vreemde H8441 [goden]; door gruwelen H3707 H8686 hebben zij Hem tot toorn verwekt.
  17 H7700 Zij hebben aan de duivelen H2076 H8799 geofferd H433 , niet aan God H430 ; aan de goden H3045 H8804 , die zij niet kenden H2319 ; nieuwe H7138 , die van nabij H935 H8804 gekomen waren H1 , voor dewelke uw vaders H8175 H8804 niet geschrikt hebben.
  18 H6697 Den Rotssteen H3205 H8804 , Die u gegenereerd heeft H7876 H8799 , hebt gij vergeten H7911 H8799 ; en gij hebt in vergetenis gesteld H410 den God H2342 H8789 , Die u gebaard heeft.
  19 H3068 Als het de HEERE H7200 H8799 zag H5006 H8799 , zo versmaadde Hij H3708 hen, uit toornigheid H1121 tegen zijn zonen H1323 en zijn dochteren.
  20 H559 H8799 En Hij zeide H6440 : Ik zal Mijn aangezicht H5641 H8686 van hen verbergen H7200 H8799 ; Ik zal zien H319 , welk hunlieder einde H8419 zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd H1755 geslacht H1121 , kinderen H529 , in welke geen trouw is.
  21 H7065 H8765 Zij hebben Mij tot ijver verwekt H3808 door hetgeen geen H410 God H3707 H8765 is; zij hebben Mij tot toorn verwekt H1892 door hun ijdelheden H7065 H8686 ; Ik dan zal hen tot ijver verwekken H5971 door diegenen, die geen volk H5036 zijn; door een dwaas H1471 volk H3707 H8686 zal Ik hen tot toorn verwekken.
  22 H784 Want een vuur H6919 H8804 is aangestoken H639 in Mijn toorn H3344 H8799 , en zal bernen H8482 tot in de onderste H7585 hel H776 , en zal het land H2981 met zijn inkomst H398 H8799 verteren H4144 , en de gronden H2022 der bergen H3857 H8762 in vlam zetten.
  23 H7451 Ik zal kwaden H5595 H8686 over hen hopen H2671 ; Mijn pijlen H3615 H8762 zal Ik op hen verschieten.
  24 H4198 Uitgeteerd H7458 zullen zij zijn van honger H3898 H8803 , opgegeten H7565 van den karbonkel H4815 en bitter H6986 verderf H8127 ; en Ik zal de tanden H929 der beesten H7971 H8762 onder hen schikken H2534 , met vurig venijn H2119 H8801 van slangen H6083 des stofs.
  25 H2351 Van buiten H2719 zal het zwaard H7921 H8762 beroven H2315 , en uit de binnenkameren H367 de verschrikking H970 ; ook den jongeling H1330 , ook de jonge dochter H3243 H8802 , het zuigende kind H7872 met den grijzen H376 man.