DSV_Strongs(i)
1
H4519
Manasse
H8147 H6240
was twaalf
H8141
jaren
H1121
oud
H4427 H8800
, toen hij koning werd
H4427 H8804
, en hij regeerde
H2568
vijf
H2572
en vijftig
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem
H8034
; en de naam
H517
zijner moeder
H2657
was Hefzi-bah.
2
H6213 H8799
En hij deed
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H8441
, naar de gruwelen
H1471
der heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
uit de bezitting verdreven had.
3
H1129 H8799
Want hij bouwde
H1116
de hoogten
H7725 H8799
weder
H834
op, die
H2396
Hizkia
H1
, zijn vader
H6 H8765
, verdorven had
H6965 H0
; en hij richtte
H1168
Baal
H4196
altaren
H6965 H8686
op
H6213 H8799
, en maakte
H842
een bos
H834
, gelijk als
H256
Achab
H4428
, de koning
H3478
van Israel
H6213 H8804
, gemaakt had
H7812 H8691
, en boog zich neder
H3605
voor al
H6635
het heir
H8064
des hemels
H5647 H8799
, en diende
H853
ze.
4
H1129 H8804
En hij bouwde
H4196
altaren
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
gezegd had
H3389
: Te Jeruzalem
H8034
zal Ik Mijn Naam
H7760 H8799
zetten.
5
H1129 H8799
Daartoe bouwde hij
H4196
altaren
H3605
voor al
H6635
het heir
H8064
des hemels
H8147
, in beide
H2691
de voorhoven
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN.
6
H1121
Ja, hij deed zijn zoon
H784
door het vuur
H5674 H8689
gaan
H6049 H8782
, en pleegde guichelarij
H5172 H8765
en gaf op vogelgeschrei acht
H6213 H8804
; en hij stelde
H178
waarzeggers
H3049
en duivelskunstenaren
H6213 H8800
; hij deed
H7235 H8689
zeer veel
H7451
kwaads
H5869
in de ogen
H3068
des HEEREN
H3707 H8687
, om [Hem] tot toorn te verwekken.
7
H7760 H8799
Hij stelde
H6459
ook een gesneden beeld
H842
van het bos
H834
, dat
H6213 H8804
hij gemaakt had
H1004
, in het huis
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
gezegd had
H413
tot
H1732
David
H413
, en tot
H1121
zijn zoon
H8010
Salomo
H2088
: In dit
H1004
huis
H3389
, en in Jeruzalem
H834
, die
H4480
Ik uit
H3605
alle
H7626
stammen
H3478
van Israel
H977 H8804
verkoren heb
H8034
, zal Ik Mijn Naam
H7760 H8799
zetten
H5769
in eeuwigheid.
8
H3808
En Ik zal niet
H3254 H8686
voortvaren
H7272
den voet
H3478
van Israel
H5110 H8687
te bewegen
H4480
uit
H127
dit land
H834
, dat
H1
Ik hun vaderen
H5414 H8804
gegeven heb
H7535
; alleenlijk
H518
, zo
H8104 H8799
zij waarnemen
H6213 H8800
te doen
H3605
, naar alles
H834
, wat
H6680 H8765
Ik hun geboden heb
H3605
, en naar de ganse
H8451
wet
H834
, die
H5650
Mijn knecht
H4872
Mozes
H853
hun
H6680 H8765
geboden heeft.
9
H8085 H8804
Maar zij hoorden
H3808
niet
H4519
; want Manasse
H8582 H8686
deed hen dwalen
H7451
, dat zij erger
H6213 H8800
deden
H4480
dan
H1471
de heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H8045 H8689
verdelgd had.
10
H1696 H8762
Toen sprak
H3068
de HEERE
H3027
door den dienst
H5650
van Zijn knechten
H5030
, de profeten
H559 H8800
, zeggende:
11
H3282
Dewijl
H834
dat
H4519
Manasse
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H428
, deze
H8441
gruwelen
H6213 H8804
gedaan heeft
H7489 H8689
, erger doende
H4480
dan
H3605
al
H834
wat
H567
de Amorieten
H6213 H8804
gedaan hebben
H834
, die
H6440
voor
H1571
hem geweest zijn, ja, ook
H3063
Juda
H1544
door zijn drekgoden
H2398 H8686
heeft doen zondigen;