2 Kings 21

DSV_Strongs(i)
  1 H4519 Manasse H8147 H6240 was twaalf H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H2568 vijf H2572 en vijftig H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2657 was Hefzi-bah.
  2 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H8441 , naar de gruwelen H1471 der heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H3423 H8689 uit de bezitting verdreven had.
  3 H1129 H8799 Want hij bouwde H1116 de hoogten H7725 H8799 weder H834 op, die H2396 Hizkia H1 , zijn vader H6 H8765 , verdorven had H6965 H0 ; en hij richtte H1168 Baal H4196 altaren H6965 H8686 op H6213 H8799 , en maakte H842 een bos H834 , gelijk als H256 Achab H4428 , de koning H3478 van Israel H6213 H8804 , gemaakt had H7812 H8691 , en boog zich neder H3605 voor al H6635 het heir H8064 des hemels H5647 H8799 , en diende H853 ze.
  4 H1129 H8804 En hij bouwde H4196 altaren H1004 in het huis H3068 des HEEREN H834 , waarvan H3068 de HEERE H559 H8804 gezegd had H3389 : Te Jeruzalem H8034 zal Ik Mijn Naam H7760 H8799 zetten.
  5 H1129 H8799 Daartoe bouwde hij H4196 altaren H3605 voor al H6635 het heir H8064 des hemels H8147 , in beide H2691 de voorhoven H1004 van het huis H3068 des HEEREN.
  6 H1121 Ja, hij deed zijn zoon H784 door het vuur H5674 H8689 gaan H6049 H8782 , en pleegde guichelarij H5172 H8765 en gaf op vogelgeschrei acht H6213 H8804 ; en hij stelde H178 waarzeggers H3049 en duivelskunstenaren H6213 H8800 ; hij deed H7235 H8689 zeer veel H7451 kwaads H5869 in de ogen H3068 des HEEREN H3707 H8687 , om [Hem] tot toorn te verwekken.
  7 H7760 H8799 Hij stelde H6459 ook een gesneden beeld H842 van het bos H834 , dat H6213 H8804 hij gemaakt had H1004 , in het huis H834 , waarvan H3068 de HEERE H559 H8804 gezegd had H413 tot H1732 David H413 , en tot H1121 zijn zoon H8010 Salomo H2088 : In dit H1004 huis H3389 , en in Jeruzalem H834 , die H4480 Ik uit H3605 alle H7626 stammen H3478 van Israel H977 H8804 verkoren heb H8034 , zal Ik Mijn Naam H7760 H8799 zetten H5769 in eeuwigheid.
  8 H3808 En Ik zal niet H3254 H8686 voortvaren H7272 den voet H3478 van Israel H5110 H8687 te bewegen H4480 uit H127 dit land H834 , dat H1 Ik hun vaderen H5414 H8804 gegeven heb H7535 ; alleenlijk H518 , zo H8104 H8799 zij waarnemen H6213 H8800 te doen H3605 , naar alles H834 , wat H6680 H8765 Ik hun geboden heb H3605 , en naar de ganse H8451 wet H834 , die H5650 Mijn knecht H4872 Mozes H853 hun H6680 H8765 geboden heeft.
  9 H8085 H8804 Maar zij hoorden H3808 niet H4519 ; want Manasse H8582 H8686 deed hen dwalen H7451 , dat zij erger H6213 H8800 deden H4480 dan H1471 de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H8045 H8689 verdelgd had.
  10 H1696 H8762 Toen sprak H3068 de HEERE H3027 door den dienst H5650 van Zijn knechten H5030 , de profeten H559 H8800 , zeggende:
  11 H3282 Dewijl H834 dat H4519 Manasse H4428 , de koning H3063 van Juda H428 , deze H8441 gruwelen H6213 H8804 gedaan heeft H7489 H8689 , erger doende H4480 dan H3605 al H834 wat H567 de Amorieten H6213 H8804 gedaan hebben H834 , die H6440 voor H1571 hem geweest zijn, ja, ook H3063 Juda H1544 door zijn drekgoden H2398 H8686 heeft doen zondigen;
  12 H3651 Daarom H3541 , alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H2009 : Ziet H7451 , Ik zal een kwaad H5921 over H3389 Jeruzalem H3063 en Juda H935 H8688 brengen H834 , dat H3605 een ieder H8085 H8802 , die het hoort H8147 , beide H241 zijn oren H6750 H8799 klinken zullen.
  13 H5921 En Ik zal over H3389 Jeruzalem H6957 het meetsnoer H8111 van Samaria H5186 H8804 trekken H4949 , mitsgaders het paslood H1004 van het huis H256 van Achab H3389 ; en Ik zal Jeruzalem H4229 H8804 uitwissen H834 , gelijk als H6747 men een schotel H4229 H8799 uitwist H4229 H8804 ; men wist dien uit H2015 H8804 , en men keert hem om H5921 op H6440 zijn holligheid.
  14 H7611 En Ik zal het overblijfsel H5159 Mijns erfdeels H5203 H8804 verlaten H3027 , en zal ze in de hand H341 H8802 hunner vijanden H5414 H8804 geven H957 ; en zij zullen tot een roof H4933 en plundering H1961 H8804 worden H3605 al H341 H8802 hun vijanden.
  15 H3282 Daarom H834 , dat H6213 H8804 zij gedaan hebben H7451 dat kwaad H5869 was in Mijn ogen H853 , en Mij H1961 H8799 H3707 H8688 tot toorn verwekt hebben H4480 , van H3117 dien dag H834 , dat H1 hun vaderen H4480 van H4714 Egypte H3318 H8804 uitgegaan zijn H5704 , ook tot H2088 op dezen H3117 dag toe.
  16 H8210 H8804 Daartoe vergoot H4519 Manasse H1571 ook H3966 zeer H7235 H8687 veel H5355 onschuldig H1818 bloed H5704 H834 , totdat H3389 hij Jeruzalem H6310 van het ene einde H6310 tot het andere H4390 H8765 vervuld had H905 H4480 ; behalve H2403 zijn zonde H834 , die H3063 hij Juda H2398 H8689 zondigen deed H6213 H8800 , doende H7451 wat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN.
  17 H3499 Het overige H1697 der geschiedenissen H4519 van Manasse H3605 , en al H834 wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H2403 , en zijn zonde H834 , die H2398 H8804 hij gezondigd heeft H1992 , zijn die H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3063 van Juda?
  18 H4519 En Manasse H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8735 , en werd begraven H1588 in den hof H1004 van zijn huis H1588 , in den hof H5798 van Uzza H1121 ; en zijn zoon H526 Amon H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.
  19 H526 Amon H8147 was twee H6242 en twintig H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H8147 twee H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H4922 was Mesullemet H1323 , een dochter H2743 van Haruz H4480 van H3192 Jotba.
  20 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H834 ; gelijk als H1 zijn vader H4519 Manasse H6213 H8804 gedaan had.
  21 H3212 H8799 Want hij wandelde H3605 in al H1870 den weg H834 , dien H1 zijn vader H1980 H8804 gewandeld had H5647 H8799 , en hij diende H1544 de drekgoden H834 , die H1 zijn vader H5647 H8804 gediend had H7812 H8691 , en hij boog zich voor die neder.
  22 H5800 H8799 Zo verliet hij H3068 den HEERE H430 , den God H1 zijner vaderen H1980 H8804 , en hij wandelde H3808 niet H1870 in den weg H3068 des HEEREN.
  23 H5650 En de knechten H526 van Amon H7194 H8799 maakten een verbintenis H5921 tegen H4191 H8686 hem, en zij doodden H4428 den koning H1004 in zijn huis.
  24 H5971 Maar het volk H776 des lands H5221 H8686 versloeg H3605 allen H5921 , die tegen H4428 den koning H526 Amon H7194 H8802 een verbintenis gemaakt hadden H5971 ; en het volk H776 des lands H4427 H0 maakte H1121 zijn zoon H2977 Josia H4427 H8686 koning H8478 in zijn plaats.
  25 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H526 van Amon H834 , wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1992 , zijn die H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3063 van Juda?
  26 H6912 H8799 En men begroef H853 hem H6900 in zijn graf H1588 , in den hof H5798 van Uzza H1121 ; en zijn zoon H2977 Josia H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.