2 Chronicles 32:8-23

DSV_Strongs(i)
  8 H5973 Met H1320 hem is een vleselijke H2220 arm H5973 , maar met H3068 ons is de HEERE H430 , onze God H5826 H8800 , om ons te helpen H4421 , en om onze krijgen H3898 H8736 te krijgen H5971 . En het volk H5564 H8735 steunde H5921 op H1697 de woorden H3169 van Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda.
  9 H310 Na H2088 dezen H7971 H8804 zond H5576 Sanherib H4428 , de koning H804 van Assyrie H5650 , zijn knechten H3389 naar Jeruzalem H1931 , (doch hij zelf H5921 was voor H3923 Lachis H3605 , en al H4475 zijn heerschappij H5973 met H5921 hem) tot H3169 Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda H5921 , en tot H3605 het ganse H3063 Juda H834 , dat H3389 te Jeruzalem H559 H8800 was, zeggende:
  10 H559 [H8804] Zo zegt H5576 Sanherib, H4428 de koning H804 van Assyrië: H982 [H8802] Waarom vertrouwt gij, H3389 dat gij te Jeruzalem H3427 [H8802] blijft H4692 in de vesting?
  11 H5496 H0 Ruit H853 u H3169 Jehizkia H3808 niet H5496 H8688 op H853 , dat hij u H5414 H8800 overgeve H7458 , om door honger H6772 en door dorst H4191 H8800 te sterven H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H430 , onze God H4480 , zal ons uit H3709 de hand H4428 des konings H804 van Assyrie H5337 H8686 redden?
  12 H3808 Heeft niet H1931 dezelfde H3169 Jehizkia H1116 Zijn hoogten H4196 en Zijn altaren H5493 H8689 weggenomen H3063 , en tot Juda H3389 en tot Jeruzalem H559 H8799 gesproken H559 H8800 , zeggende H6440 : Voor H259 het enige H4196 altaar H7812 H8691 zult gij u nederbuigen H5921 , en daarop H6999 H8686 roken?
  13 H3045 H8799 Weet gij H3808 niet H4100 , wat H589 ik H6213 H8804 gedaan heb H1 , en mijn vaderen H3605 aan alle H5971 volken H776 der landen H430 ? Hebben de goden H1471 van de natien H776 dier landen H776 hun land H3201 H8800 enigszins H3201 H8804 kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand?
  14 H4310 Wie H3605 is er onder alle H430 goden H428 derzelver H1471 natien H834 , dewelke H1 mijn vaders H2763 H8689 verbannen hebben H834 , die H5971 zijn volk H3201 H8804 heeft kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand H3588 , dat H430 uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H3201 H8799 zou kunnen H5337 H8687 redden?
  15 H6258 Nu dan H2396 , dat Jehizkia H853 ulieden H408 niet H5377 H8686 bedriege H853 , en dat hij u H2063 op zulk een wijze H408 niet H5496 H8686 opruie H539 H8686 , en gelooft H408 hem niet H3588 ; want H3808 H3605 geen H433 god H3605 van enige H1471 natie H4467 en koninkrijk H5971 heeft zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H1 en mijner vaderen H3027 hand H3201 H8799 kunnen H5337 H8687 redden H637 H3588 ; hoeveel H3808 te min H430 zal uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8686 kunnen redden?
  16 H1696 H8765 Daartoe spraken H5650 zijn knechten H5750 nog meer H5921 tegen H430 God H3068 , den HEERE H5921 , en tegen H5650 Zijn knecht H3169 Jehizkia.
  17 H3789 H8804 Ook schreef hij H5612 brieven H3068 , om den HEERE H430 den God H3478 Israels H2778 H8763 , te honen H5921 en om tegen H559 H8800 Hem te spreken H559 H8800 , zeggende H430 : Gelijk de goden H1471 van de natien H776 der landen H834 , die H5971 hun volk H3027 uit mijn hand H3808 niet H5337 H8689 gered hebben H3651 , alzo H430 zal de God H3169 van Jehizkia H5971 Zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H3808 niet H5337 H8686 redden.
  18 H7121 H8799 En zij riepen H1419 met luider H6963 stem H3066 , in het Joods H5921 , tegen H5971 het volk H3389 van Jeruzalem H834 , dat H5921 op H2346 den muur H3372 H8763 was, om die bevreesd te maken H926 H8763 en die te beroeren H4616 , opdat H5892 zij de stad H3920 H8799 mochten innemen.
  19 H1696 H8762 En zij spraken H413 van H430 den God H3389 van Jeruzalem H5921 , als van H430 de goden H5971 der volkeren H776 der aarde H4639 , een werk H3027 H120 van mensenhanden.
  20 H4428 Maar de koning H3169 Jehizkia H5030 en de profeet H3470 Jesaja H1121 , de zoon H531 van Amoz H6419 H8691 , baden H5921 H2063 daartegen H2199 H8799 , en zij riepen H8064 naar den hemel.
  21 H3068 En de HEERE H7971 H8799 zond H4397 een engel H3605 , die alle H2428 strijdbare H1368 helden H5057 , en vorsten H8269 , en oversten H4264 in het leger H4428 des konings H804 van Assyrie H3582 H8686 verdelgde H1322 . Zo is hij met schaamte H6440 des aangezichts H776 in zijn land H7725 H8799 wedergekeerd H1004 ; en als hij in het huis H430 zijns gods H935 H8799 ingegaan was H5307 H8689 , zo velden H8033 hem daar H2719 met het zwaard H4578 , die uit zijn lijf H3329 voortgekomen waren.
  22 H3467 H8686 Alzo verloste H3068 de HEERE H3169 Jehizkia H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H4480 , uit H3027 de hand H5576 van Sanherib H4428 , den koning H804 van Assyrie H4480 , en uit H3027 de hand H3605 van allen H5095 H8762 ; en Hij geleidde H5439 hen rondom H4480 heen.
  23 H7227 En velen H935 H8688 brachten H4503 geschenken H3068 tot den HEERE H3389 te Jeruzalem H4030 , en kostelijkheden H3169 tot Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda H4480 H310 H3651 , zodat hij daarna H5869 voor de ogen H3605 van alle H1471 heidenen H5375 H8735 verheven werd.