DSV_Strongs(i)
8
H5973
Met
H1320
hem is een vleselijke
H2220
arm
H5973
, maar met
H3068
ons is de HEERE
H430
, onze God
H5826 H8800
, om ons te helpen
H4421
, en om onze krijgen
H3898 H8736
te krijgen
H5971
. En het volk
H5564 H8735
steunde
H5921
op
H1697
de woorden
H3169
van Jehizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda.
9
H310
Na
H2088
dezen
H7971 H8804
zond
H5576
Sanherib
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H5650
, zijn knechten
H3389
naar Jeruzalem
H1931
, (doch hij zelf
H5921
was voor
H3923
Lachis
H3605
, en al
H4475
zijn heerschappij
H5973
met
H5921
hem) tot
H3169
Jehizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5921
, en tot
H3605
het ganse
H3063
Juda
H834
, dat
H3389
te Jeruzalem
H559 H8800
was, zeggende:
10
H559 [H8804]
Zo zegt
H5576
Sanherib,
H4428
de koning
H804
van Assyrië:
H982 [H8802]
Waarom vertrouwt gij,
H3389
dat gij te Jeruzalem
H3427 [H8802]
blijft
H4692
in de vesting?
11
H5496 H0
Ruit
H853
u
H3169
Jehizkia
H3808
niet
H5496 H8688
op
H853
, dat hij u
H5414 H8800
overgeve
H7458
, om door honger
H6772
en door dorst
H4191 H8800
te sterven
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H430
, onze God
H4480
, zal ons uit
H3709
de hand
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H5337 H8686
redden?
12
H3808
Heeft niet
H1931
dezelfde
H3169
Jehizkia
H1116
Zijn hoogten
H4196
en Zijn altaren
H5493 H8689
weggenomen
H3063
, en tot Juda
H3389
en tot Jeruzalem
H559 H8799
gesproken
H559 H8800
, zeggende
H6440
: Voor
H259
het enige
H4196
altaar
H7812 H8691
zult gij u nederbuigen
H5921
, en daarop
H6999 H8686
roken?
13
H3045 H8799
Weet gij
H3808
niet
H4100
, wat
H589
ik
H6213 H8804
gedaan heb
H1
, en mijn vaderen
H3605
aan alle
H5971
volken
H776
der landen
H430
? Hebben de goden
H1471
van de natien
H776
dier landen
H776
hun land
H3201 H8800
enigszins
H3201 H8804
kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
mijn hand?
14
H4310
Wie
H3605
is er onder alle
H430
goden
H428
derzelver
H1471
natien
H834
, dewelke
H1
mijn vaders
H2763 H8689
verbannen hebben
H834
, die
H5971
zijn volk
H3201 H8804
heeft kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3588
, dat
H430
uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3201 H8799
zou kunnen
H5337 H8687
redden?
15
H6258
Nu dan
H2396
, dat Jehizkia
H853
ulieden
H408
niet
H5377 H8686
bedriege
H853
, en dat hij u
H2063
op zulk een wijze
H408
niet
H5496 H8686
opruie
H539 H8686
, en gelooft
H408
hem niet
H3588
; want
H3808 H3605
geen
H433
god
H3605
van enige
H1471
natie
H4467
en koninkrijk
H5971
heeft zijn volk
H4480
uit
H3027
mijn hand
H1
en mijner vaderen
H3027
hand
H3201 H8799
kunnen
H5337 H8687
redden
H637 H3588
; hoeveel
H3808
te min
H430
zal uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8686
kunnen redden?
16
H1696 H8765
Daartoe spraken
H5650
zijn knechten
H5750
nog meer
H5921
tegen
H430
God
H3068
, den HEERE
H5921
, en tegen
H5650
Zijn knecht
H3169
Jehizkia.
17
H3789 H8804
Ook schreef hij
H5612
brieven
H3068
, om den HEERE
H430
den God
H3478
Israels
H2778 H8763
, te honen
H5921
en om tegen
H559 H8800
Hem te spreken
H559 H8800
, zeggende
H430
: Gelijk de goden
H1471
van de natien
H776
der landen
H834
, die
H5971
hun volk
H3027
uit mijn hand
H3808
niet
H5337 H8689
gered hebben
H3651
, alzo
H430
zal de God
H3169
van Jehizkia
H5971
Zijn volk
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3808
niet
H5337 H8686
redden.
18
H7121 H8799
En zij riepen
H1419
met luider
H6963
stem
H3066
, in het Joods
H5921
, tegen
H5971
het volk
H3389
van Jeruzalem
H834
, dat
H5921
op
H2346
den muur
H3372 H8763
was, om die bevreesd te maken
H926 H8763
en die te beroeren
H4616
, opdat
H5892
zij de stad
H3920 H8799
mochten innemen.
19
H1696 H8762
En zij spraken
H413
van
H430
den God
H3389
van Jeruzalem
H5921
, als van
H430
de goden
H5971
der volkeren
H776
der aarde
H4639
, een werk
H3027 H120
van mensenhanden.
20
H4428
Maar de koning
H3169
Jehizkia
H5030
en de profeet
H3470
Jesaja
H1121
, de zoon
H531
van Amoz
H6419 H8691
, baden
H5921 H2063
daartegen
H2199 H8799
, en zij riepen
H8064
naar den hemel.
21
H3068
En de HEERE
H7971 H8799
zond
H4397
een engel
H3605
, die alle
H2428
strijdbare
H1368
helden
H5057
, en vorsten
H8269
, en oversten
H4264
in het leger
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H3582 H8686
verdelgde
H1322
. Zo is hij met schaamte
H6440
des aangezichts
H776
in zijn land
H7725 H8799
wedergekeerd
H1004
; en als hij in het huis
H430
zijns gods
H935 H8799
ingegaan was
H5307 H8689
, zo velden
H8033
hem daar
H2719
met het zwaard
H4578
, die uit zijn lijf
H3329
voortgekomen waren.