1 Samuel 19:3-15

DSV_Strongs(i)
  3 H589 Doch ik H3318 H8799 zal uitgaan H3027 , en aan de hand H1 mijns vaders H5975 H8804 staan H7704 op het veld H834 H8033 , waar H859 gij H589 zult zijn; en ik H413 zal van u tot H1 mijn vader H1696 H8762 spreken H7200 H8804 , en zal zien H4100 wat H5046 H8689 het zij; dat zal ik u verkondigen.
  4 H1696 H8762 Zo sprak H3083 dan Jonathan H2896 goed H1732 van David H413 tot H1 zijn vader H7586 Saul H559 H8799 ; en hij zeide H413 tot H4428 hem: De koning H2398 H8799 zondige H408 niet H5650 tegen zijn knecht H1732 David H3588 , omdat H3808 hij tegen u niet H2398 H8804 gezondigd heeft H3588 , en omdat H4639 zijn daden H3966 voor u zeer H2896 goed zijn.
  5 H5315 Want hij heeft zijn ziel H3709 in zijn hand H7760 H8799 gezet H6430 , en hij heeft den Filistijn H5221 H8686 geslagen H3068 , en de HEERE H1419 heeft een groot H8668 heil H3605 aan het ganse H3478 Israel H6213 H8799 gedaan H7200 H8804 ; gij hebt het gezien H8055 H8799 , en gij zijt verblijd geweest H4100 ; waarom H5355 zoudt gij dan tegen onschuldig H1818 bloed H2398 H8799 zondigen H1732 , David H2600 zonder oorzaak H4191 H8687 dodende?
  6 H7586 Saul H8085 H8799 nu hoorde H6963 naar de stem H3083 van Jonathan H7586 ; en Saul H7650 H8735 zwoer H3068 : [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H518 , hij zal niet H4191 H8714 gedood worden!
  7 H3083 En Jonathan H7121 H8799 riep H1732 David H3083 , en Jonathan H5046 H0 gaf H3605 hem al H428 deze H1697 woorden H5046 H8686 te kennen H3083 ; en Jonathan H935 H8686 bracht H1732 David H413 tot H7586 Saul H1961 H8799 , en hij was H6440 voor zijn aangezicht H865 als gisteren H8032 [en] eergisteren.
  8 H1961 H8800 En er werd H3254 H8686 wederom H4421 krijg H1732 ; en David H3318 H8799 toog uit H3898 H8735 , en streed H6430 tegen de Filistijnen H5221 H8686 , en hij sloeg H1419 hen met een groten H4347 slag H5127 H8799 , en zij vloden H4480 voor H6440 zijn aangezicht.
  9 H7451 Doch de boze H7307 geest H3068 des HEEREN H1961 H8799 was H413 over H7586 Saul H1931 , en hij H3427 H8802 zat H1004 in zijn huis H2595 , en zijn spies H3027 was in zijn hand H1732 ; en David H5059 H8764 speelde op snarenspel H3027 met de hand;
  10 H7586 Saul H1245 H8762 nu zocht H2595 met de spies H1732 David H7023 aan den wand H5221 H8687 te spitten H6362 H8799 , doch hij ontweek H4480 van H6440 het aangezicht H7586 van Saul H2595 , die met de spies H7023 in den wand H5221 H8686 sloeg H5127 H8804 . Toen vlood H1732 David H4422 H8735 , en ontkwam H1931 in dienzelfden H3915 nacht.
  11 H7586 Maar Saul H7971 H8799 zond H4397 boden H413 heen tot H1732 Davids H1004 huis H8104 H8800 , dat zij hem bewaarden H1242 , en dat zij hem des morgens H4191 H8687 doodden H5046 H0 . Dit gaf H4324 Michal H802 , zijn huisvrouw H1732 , David H5046 H8686 te kennen H559 H8800 , zeggende H518 : Indien H5315 gij uw ziel H3915 dezen nacht H369 niet H4422 H8764 behoedt H859 , zo zult gij H4279 morgen H4191 H8716 gedood worden.
  12 H4324 En Michal H3381 H0 liet H1732 David H1157 door H2474 een venster H3381 H8686 neder H3212 H8799 , en hij ging heen H1272 H8799 , en vluchtte H4422 H8735 , en ontkwam.
  13 H4324 En Michal H3947 H8799 nam H8655 een beeld H7760 H8799 , en zij leide H413 het in H4296 het bed H7760 H8804 , en zij leide H5795 een geitenvel H3523 H4763 aan zijn hoofdpeluw H3680 H0 , en dekte H899 het met een kleed H3680 H8762 toe.
  14 H7586 Saul H7971 H8799 nu zond H4397 boden H1732 , om David H3947 H8800 te halen H559 H8799 . Zij dan zeide H1931 : Hij H2470 H8802 is ziek.
  15 H7971 H8799 Toen zond H7586 Saul H4397 boden H1732 , om David H7200 H8800 te bezien H559 H8800 , zeggende H5927 H8685 : Breng H853 hem H4296 op het bed H413 tot H4191 H8687 mij op, dat men hem dode.