DSV_Strongs(i)
11
H6667
En Zedekia
H1121
, de zoon
H3668
van Kenaana
H1270
, had zich ijzeren
H7161
horens
H6213 H8799
gemaakt
H559 H8799
; en hij zeide
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H428
: Met deze
H758
zult gij de Syriers
H5055 H8762
stoten
H5704
, totdat
H3615 H8763
gij hen gans verdaan zult hebben.
12
H3605
En al
H5030
de profeten
H5012 H8737
profeteerden
H3651
alzo
H559 H8800
, zeggende
H5927 H8798
: Trek op
H7433
naar Ramoth
H1568
in Gilead
H6743 H8685
, en gij zult voorspoedig zijn
H3068
; want de HEERE
H3027
zal hen in de hand
H4428
des konings
H5414 H8804
geven.
13
H4397
De bode
H834
nu, die
H1980 H8804
henengegaan was
H4321
, om Micha
H7121 H8800
te roepen
H1696 H8765
, sprak
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H2009
: Zie
H4994
toch
H1697
, de woorden
H5030
der profeten
H259
zijn uit een
H6310
mond
H2896
goed
H413
tot
H4428
den koning
H4994
; dat toch
H1697
uw woord
H1961 H8799
zij
H1697
, gelijk als het woord
H259
van een
H4480
uit
H1696 H8765
hen, en spreek
H2896
het goede.
14
H4321
Doch Micha
H559 H8799
zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H3588
,
H834
hetgeen
H3068
de HEERE
H413
tot
H559 H8799
mij zeggen zal
H853
, dat
H1696 H8762
zal ik spreken.
15
H413
Als hij tot
H4428
den koning
H935 H8799
gekomen was
H559 H8799
, zo zeide
H4428
de koning
H413
tot
H4321
hem: Micha
H413
, zullen wij naar
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead
H4421
ten strijde
H3212 H8799
trekken
H518
, of
H2308 H8799
zullen wij [het] nalaten
H559 H8799
? En hij zeide
H413
tot
H5927 H8798
hem: Trek op
H6743 H8685
, en gij zult voorspoedig zijn
H3068
, want de HEERE
H3027
zal ze in de hand
H4428
des konings
H5414 H8804
geven.
16
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H5704
hem: Tot
H4100
hoe vele
H6471
reizen
H589
zal ik
H7650 H8688
u bezweren
H834
, opdat
H413
gij tot
H3808
mij niet
H1696 H8762
spreekt
H7535
, dan alleen
H571
de waarheid
H8034
, in den Naam
H3068
des HEEREN?
17
H559 H8799
En hij zeide
H7200 H8804
: Ik zag
H3605
het ganse
H3478
Israel
H6327 H8737
verstrooid
H413
op
H2022
de bergen
H6629
, gelijk schapen
H834
, die
H369 H0
geen
H7462 H8802
herder
H369
hebben
H3068
; en de HEERE
H559 H8799
zeide
H428
: Dezen
H3808
hebben geen
H113
heer
H376
; een iegelijk
H7725 H8799
kere weder
H1004
naar zijn huis
H7965
in vrede.
18
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H413
: Heb ik tot
H3808
u niet
H559 H8804
gezegd
H5921
: Hij zal over
H3808
mij niets
H2896
goed
H3588 H518
, maar
H7451
kwaads
H5012 H8691
profeteren?
19
H559 H8799
Verder zeide hij
H3651
: Daarom
H8085 H8798
hoort
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H7200 H8804
: Ik zag
H3068
den HEERE
H3427 H8802
, zittende
H5921
op
H3678
Zijn troon
H3605
, en al
H8064
het hemelse
H6635
heir
H5975 H8802
staande
H5921
nevens
H4480
Hem, aan
H3225
Zijn rechter
H4480
[hand] en aan
H8040
Zijn linkerhand.