5
H3605
En allen
H7880
struik
H7704
des velds
H2962
, eer
H776
hij in de aarde
H1961 H8799
was
H3605
, en al
H6212
het kruid
H7704
des velds
H2962
, eer
H6779 H8799
het uitsproot
H3588
; want
H3068
de HEERE
H430
God
H3808
had niet
H4305 H8689
doen regenen
H5921
op
H776
de aarde
H369
, en er was geen
H120
mens
H853
[geweest], om den
H127
aardbodem
H5647 H8800
te bouwen.
Genesis 2:5 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 1:11-12
11
H430
En God
H559 H8799
zeide
H776
: Dat de aarde
H1876 H8686
uitschiete
H1877
grasscheutjes
H6212
, kruid
H2233 H2232 H8688
zaadzaaiende
H6529
, vruchtbaar
H6086
geboomte
H6213 H8802
, dragende
H6529
vrucht
H4327
naar zijn aard
H834
, welks
H2233
zaad
H5921
daarin zij op
H776
de aarde
H1961 H8799
! En het was
H3651
alzo.
Genesis 3:23
Genesis 4:2
Genesis 4:12
Job 5:10
Job 38:26-28
Psalms 65:9-11
9
H6485 H8804
[065:10] Gij bezoekt
H776
het land
H7783 H8787
, en hebbende het begerig gemaakt
H6238 H8686
, verrijkt Gij
H7227
het grotelijks
H6388
; de rivier
H430
Gods
H4390 H8804
is vol
H4325
waters
H3559 H8686
; wanneer Gij het alzo bereid hebt
H1715
, maakt Gij hunlieder koren
H3559 H8686
gereed.
Psalms 104:14
Psalms 135:7
Jeremiah 14:22
Matthew 5:45
45
G3704
Opdat
G5207
gij moogt kinderen
G1096 G5638
zijn
G5216
uws
G3962
Vaders
G3588
, Die
G1722
in
G3772
de hemelen
G3754
is; want
G846
Hij doet Zijn
G2246
zon
G393 G5719
opgaan
G1909
over
G4190
bozen
G2532
en
G18
goeden
G2532
, en
G1026 G5719
regent
G1909
over
G1342
rechtvaardigen
G2532
en
G94
onrechtvaardigen.
Hebrews 6:7
7
G1063
Want
G1093
de aarde
G3588
, die
G5205
den regen
G4178
, menigmaal
G1909
op
G846
haar
G2064 G5740
komende
G4095 G5631
, indrinkt
G2532
, en
G2111
bekwaam
G1008
kruid
G5088 G5723
voortbrengt
G1565
voor degenen
G1223
, door
G3739
welke
G1090 G5743
zij ook gebouwd wordt
G3335 G5719
, die ontvangt
G2129
zegen
G575
van
G2316
God;