Proverbs 31:10-31

DSV_Strongs(i)
  10 H2428 [Aleph]. Wie zal een deugdelijke H802 huisvrouw H4672 H8799 vinden H4377 ? Want haar waardij H7350 is verre H6443 boven de robijnen.
  11 H3820 [Beth]. Het hart H1167 haars heren H982 H8804 vertrouwt H7998 op haar, zodat hem geen goed H2637 H8799 zal ontbreken.
  12 H1580 H8804 [Gimel]. Zij doet H2896 hem goed H7451 en geen kwaad H3117 , al de dagen H2416 haars levens.
  13 H1875 H8804 [Daleth]. Zij zoekt H6785 wol H6593 en vlas H6213 H8799 , en werkt H2656 met lust H3709 harer handen.
  14 H591 [He]. Zij is als de schepen H5503 H8802 eens koopmans H935 H0 ; zij doet H3899 haar brood H4801 van verre H935 H8686 komen.
  15 H6965 H8799 [Vau]. En zij staat op H3915 , als het nog nacht H5414 H8799 is, en geeft H1004 haar huis H2964 spijze H5291 , en haar dienstmaagden H2706 het bescheiden deel.
  16 H2161 H8804 [Zain]. Zij denkt om H7704 een akker H3947 H8799 , en krijgt H6529 hem; van de vrucht H3709 harer handen H5193 H8804 plant zij H3754 een wijngaard.
  17 H2296 H8804 [Cheth]. Zij gordt H4975 haar lenden H5797 met kracht H553 H8762 , en zij versterkt H2220 haar armen.
  18 H2938 H8804 [Teth]. Zij smaakt H5504 , dat haar koophandel H2896 goed H5216 is; haar lamp H3518 H0 gaat H3915 des nachts H3518 H8799 niet uit.
  19 H7971 H0 [Jod]. Zij steekt H3027 haar handen H7971 H8765 uit H3601 naar de spil H3709 , en haar handpalmen H8551 H8804 vatten H6418 den spinrok.
  20 H6566 H8804 [Caph]. Zij breidt H3709 haar handpalm H6041 uit tot den ellendige H7971 H0 ; en zij steekt H3027 haar handen H7971 H8765 uit H34 tot den nooddruftige.
  21 H3372 H8799 [Lamed]. Zij vreest H1004 voor haar huis H7950 niet vanwege de sneeuw H1004 ; want haar ganse huis H8144 is met dubbele klederen H3847 H8803 gekleed.
  22 H6213 H8804 [Mem]. Zij maakt H4765 voor zich tapijtsieraad H3830 ; haar kleding H8336 is fijn linnen H713 en purper.
  23 H1167 [Nun]. Haar man H3045 H8737 is bekend H8179 in de poorten H3427 H8800 , als hij zit H2205 met de oudsten H776 des lands.
  24 H6213 H8804 [Samech]. Zij maakt H5466 fijn lijnwaad H4376 H8799 en verkoopt H5414 H8804 het; en zij levert H3669 den koopman H2289 gordelen.
  25 H5797 [Ain]. Sterkte H1926 en heerlijkheid H3830 zijn haar kleding H7832 H8799 ; en zij lacht H314 over den nakomenden H3117 dag.
  26 H6605 H0 [Pe]. Zij doet H6310 haar mond H6605 H8804 open H2451 met wijsheid H3956 ; en op haar tong H8451 is leer H2617 der goeddadigheid.
  27 H6822 H8802 [Tsade]. Zij beschouwt H1979 H8675 H1979 de gangen H1004 van haar huis H3899 ; en het brood H6104 der luiheid H398 H8799 eet zij niet.
  28 H1121 [Koph]. Haar kinderen H6965 H8804 staan op H833 H8762 , en roemen haar welgelukzalig H1167 ; [ook] haar man H1984 H8762 , en hij prijst haar, [zeggende]:
  29 H7227 [Resch]. Vele H1323 dochteren H2428 hebben deugdelijke H6213 H8804 gehandeld H5927 H8804 ; maar gij gaat die allen te boven.
  30 H2580 [Schin]. De bevalligheid H8267 is bedrog H3308 , en de schoonheid H1892 ijdelheid H802 ; [maar] een vrouw H3068 , die den HEERE H3373 vreest H1984 H8691 , die zal geprezen worden.
  31 H5414 H8798 [Thau]. Geef H6529 haar van de vrucht H3027 harer handen H4639 , en laat haar werken H1984 H8762 haar prijzen H8179 in de poorten.