DSV_Strongs(i)
18
H2889
En een rein
H376
man
H231
zal hysop
H3947 H8804
nemen
H4325
, en in dat water
H2881 H8804
dopen
H5137 H8689
, en sprengen
H168
het aan die tent
H3627
, en op al het gereedschap
H5315
, en aan de zielen
H6106
, die daar geweest zijn; insgelijks aan dengene, die een gebeente
H2491
, of een verslagene
H4191 H8801
, of een dode
H6913
, of een graf
H5060 H8802
aangeroerd heeft.
19
H2889
En de reine
H2931
zal den onreine
H7992
op den derden
H3117
dag
H7637
, en op den zevenden
H3117
dag
H5137 H8689
besprengen
H7637
; en op den zevenden
H3117
dag
H2398 H8765
zal hij hem ontzondigen
H899
; en hij zal zijn klederen
H3526 H8765
wassen
H4325
, en [zich] met water
H7364 H8804
baden
H6153
, en op den avond
H2891 H8804
rein zijn.
20
H376
Wie
H2930 H8799
daarentegen onrein zal zijn
H2398 H8691
, en zich niet zal ontzondigen
H5315
, die ziel
H8432
zal uit het midden
H6951
der gemeente
H3772 H8738
uitgeroeid worden
H4720
; want hij heeft het heiligdom
H3068
des HEEREN
H2930 H8765
verontreinigd
H4325
, het water
H5079
der afzondering
H2236 H8795
is op hem niet gesprengd
H2931
, hij is onrein.