Jeremiah 51:6-9

DSV_Strongs(i)
  6 H5127 H8798 Vliedt uit H8432 het midden H894 van Babel H4422 H8761 , en redt H376 , een iegelijk H5315 zijn ziel H1826 H8735 ; wordt niet uitgeroeid H5771 in haar ongerechtigheid H6256 ; want dit is de tijd H5360 der wraak H3068 des HEEREN H1576 , Die haar de verdienste H7999 H8764 betaalt.
  7 H894 Babel H2091 was een gouden H3563 beker H3027 in de hand H3068 des HEEREN H776 , die de ganse aarde H7937 H8764 dronken maakte H1471 ; de volken H3196 hebben van haar wijn H8354 H8804 gedronken H1471 , daarom zijn de volken H1984 H8704 dol geworden.
  8 H6597 Schielijk H894 is Babel H5307 H8804 gevallen H7665 H8735 en verbroken H3213 H8685 ; huilt H3947 H8798 over haar, neemt H6875 balsem H4341 tot haar pijn H7495 H8735 , misschien zal zij genezen worden.
  9 H894 Wij hebben Babel H7495 H8765 gemeesterd H7495 H8738 , maar zij is niet genezen H5800 H8798 ; verlaat H376 haar [dan], en laat ons een iegelijk H776 in zijn land H3212 H8799 trekken H4941 ; want haar oordeel H5060 H8804 reikt H8064 tot aan den hemel H5375 H8738 , en is verheven H7834 tot aan de bovenste wolken.