Ezekiel 4:1-10

DSV_Strongs(i)
  1 H1121 H120 En gij, mensenkind H3947 H8798 , neem H3843 u een tichelsteen H5414 H8804 , en leg H6440 dien voor uw aangezicht H2710 H8804 , en bewerp H5892 daarop de stad H3389 Jeruzalem.
  2 H5414 H8804 En maak H4692 een belegering H1129 H8804 tegen haar, en bouw H1785 tegen haar sterkten H8210 H8804 , en werp H5550 tegen haar een wal H5414 H8804 op, en stel H4264 legers H7760 H8798 tegen haar, en zet H3733 tegen haar stormrammen H5439 rondom.
  3 H3947 H8798 Verder, neem gij H1270 u een ijzeren H4227 pan H5414 H8804 , en stel H1270 ze tot een ijzeren H7023 muur H5892 tussen u en tussen die stad H3559 H8689 ; en richt H6440 uw aangezicht H4692 tegen haar, dat zij in belegering H6696 H8804 kome, en gij zult ze belegeren H1004 . Dit zij den huize H3478 Israels H226 een teken.
  4 H7901 H8798 Lig gij ook neder H8042 H6654 op uw linkerzijde H7760 H8804 , en leg H5771 daarop de ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 Israels H4557 , [naar] het getal H3117 der dagen H7901 H8799 , dat gij daarop zult liggen H5771 , zult gij hun ongerechtigheid H5375 H8799 dragen.
  5 H5414 H8804 Want Ik heb u gegeven H8141 de jaren H5771 hunner ongerechtigheid H4557 , naar het getal H3117 der dagen H7969 H3967 , driehonderd H8673 en negentig H3117 dagen H5771 , dat gij de ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 Israels H5375 H8804 dragen zult.
  6 H428 Als gij nu deze H3615 H8765 voleinden zult H7901 H8804 , lig H8145 ten anderen male H3233 H8675 H3227 H6654 neder op uw rechterzijde H5771 , en gij zult de ongerechtigheid H1004 van het huis H3063 van Juda H5375 H8804 dragen H705 veertig H3117 dagen H5414 H8804 ; Ik heb u gegeven H3117 H3117 elken dag H8141 H8141 voor elk jaar.
  7 H6440 Daarom zult gij uw aangezicht H3559 H8686 richten H4692 tegen de belegering H3389 van Jeruzalem H2220 , en uw arm H2834 H8803 zal ontbloot zijn H5012 H8738 ; en gij zult tegen haar profeteren.
  8 H5688 En ziet, Ik zal dikke touwen H5414 H8804 aan u leggen H2015 H8735 , dat gij u niet omkeert H6654 van uw [ene] zijde H6654 tot uw [andere] zijde H3117 , totdat gij de dagen H4692 uwer belegering H3615 H8763 voleind hebt.
  9 H3947 H8798 En neemt gij H2406 voor u tarwe H8184 , en gerst H6321 , en bonen H5742 , en linzen H1764 , en heerse H3698 , en spelt H5414 H8804 ; en doe H259 die in een H3627 vat H6213 H8804 , en maak H3899 die u tot brood H4557 ; [naar] het getal H3117 der dagen H6654 , die gij op uw zijde H7901 H8802 nederliggen zult H7969 H3967 , driehonderd H8673 en negentig H3117 dagen H398 H8799 , zult gij dat eten.
  10 H3978 Uw spijze H398 H8799 nu, die gij eten zult H4946 , zal in gewicht H6242 zijn twintig H8255 sikkelen H3117 daags H6256 ; van tijd H6256 tot tijd H398 H8799 zult gij die eten.