DSV_Strongs(i)
8
H559 H8799
Toen zeide hij
H4325
tot mij: Deze wateren
H3318 H8802
vlieten uit
H6930
naar het voorste
H1552
Galilea
H3381 H8804
, en dalen af
H6160
in het vlakke veld
H935 H8804
; daarna komen zij
H3220
in de zee
H3220
; in de zee
H3318 H8716
uitgebracht zijnde
H4325
, zo worden de wateren
H7495 H8738
gezond.
9
H2416
Ja, het zal geschieden, [dat] alle levende
H5315
ziel
H8317 H8799
, die er wemelt
H5158
, overal, waarhenen een der twee beken
H935 H8799
zal komen
H2421 H8799
, leven zal
H3966
, en daar zal zeer
H7227
veel
H1710
vis
H4325
zijn, omdat deze wateren
H935 H8804
daarhenen zullen gekomen zijn
H7495 H8735
, en zij zullen gezond worden
H2425 H8804
, en het zal leven
H5158
, alles, waarhenen deze beek
H935 H8799
zal komen.
10
H1728
Ook zal het geschieden, dat er vissers
H5975 H8804 H8675 H5975 H8799
aan dezelve zullen staan
H5872
, van En-gedi
H5882
aan tot En-eglaim
H4894
toe; daar zullen [plaatsen] zijn [tot] uitspreiding
H2764
der netten
H1710
; haar vis
H4327
zal naar zijn aard
H1710
wezen als de vis
H1419
van de grote
H3220
zee
H3966
, zeer
H7227
menigvuldig.
11
H1207
Doch haar modderige plaatsen
H1360
en haar moerassen
H7495 H8735
zullen niet gezond worden
H4417
, zij zijn tot zout
H5414 H8738
overgegeven.
12
H5158
Aan de beek
H8193
nu, aan haar oever
H5927 H8799
, zal van deze en van gene zijde opgaan
H6086 H3978
allerlei spijsgeboomte
H5929
, welks blad
H5034 H8799
niet zal afvallen
H6529
, noch de vrucht
H8552 H8799
daarvan vergaan
H2320
; in zijn maanden
H1069 H8762
zal het nieuwe vruchten voortbrengen
H4325
; want zijn wateren
H3318 H8802
vlieten uit
H4720
het heiligdom
H6529
; en zijn vrucht
H3978
zal zijn tot spijze
H5929
, en zijn blad
H8644
tot heling.