Ezekiel 47:8-12

DSV_Strongs(i)
  8 H559 H8799 Toen zeide hij H4325 tot mij: Deze wateren H3318 H8802 vlieten uit H6930 naar het voorste H1552 Galilea H3381 H8804 , en dalen af H6160 in het vlakke veld H935 H8804 ; daarna komen zij H3220 in de zee H3220 ; in de zee H3318 H8716 uitgebracht zijnde H4325 , zo worden de wateren H7495 H8738 gezond.
  9 H2416 Ja, het zal geschieden, [dat] alle levende H5315 ziel H8317 H8799 , die er wemelt H5158 , overal, waarhenen een der twee beken H935 H8799 zal komen H2421 H8799 , leven zal H3966 , en daar zal zeer H7227 veel H1710 vis H4325 zijn, omdat deze wateren H935 H8804 daarhenen zullen gekomen zijn H7495 H8735 , en zij zullen gezond worden H2425 H8804 , en het zal leven H5158 , alles, waarhenen deze beek H935 H8799 zal komen.
  10 H1728 Ook zal het geschieden, dat er vissers H5975 H8804 H8675 H5975 H8799 aan dezelve zullen staan H5872 , van En-gedi H5882 aan tot En-eglaim H4894 toe; daar zullen [plaatsen] zijn [tot] uitspreiding H2764 der netten H1710 ; haar vis H4327 zal naar zijn aard H1710 wezen als de vis H1419 van de grote H3220 zee H3966 , zeer H7227 menigvuldig.
  11 H1207 Doch haar modderige plaatsen H1360 en haar moerassen H7495 H8735 zullen niet gezond worden H4417 , zij zijn tot zout H5414 H8738 overgegeven.
  12 H5158 Aan de beek H8193 nu, aan haar oever H5927 H8799 , zal van deze en van gene zijde opgaan H6086 H3978 allerlei spijsgeboomte H5929 , welks blad H5034 H8799 niet zal afvallen H6529 , noch de vrucht H8552 H8799 daarvan vergaan H2320 ; in zijn maanden H1069 H8762 zal het nieuwe vruchten voortbrengen H4325 ; want zijn wateren H3318 H8802 vlieten uit H4720 het heiligdom H6529 ; en zijn vrucht H3978 zal zijn tot spijze H5929 , en zijn blad H8644 tot heling.