DSV_Strongs(i)
2
H5680
Als gij een Hebreeuwsen
H5650
knecht
H7069 H8799
kopen zult
H8337
, die zal zes
H8141
jaren
H5647 H8799
dienen
H7637
; maar in het zevende
H2670
zal hij voor vrij
H3318 H8799
uitgaan
H2600
, om niet.
3
H1610
Indien hij met zijn lijf
H935 H8799
ingekomen zal zijn
H1610
, zo zal hij met zijn lijf
H3318 H8799
uitgaan
H1167 H802
; indien hij een getrouwd man
H802
was, zo zal zijn vrouw
H3318 H8804
met hem uitgaan.
4
H113
Indien hem zijn heer
H802
een vrouw
H5414 H8799
gegeven
H1121
, en zij hem zonen
H1323
of dochteren
H3205 H8804
gebaard zal hebben
H802
, zo zal de vrouw
H3206
en haar kinderen
H113
haars heren
H1610
zijn, en hij zal met zijn lijf
H3318 H8799
uitgaan.
5
H5650
Maar indien de knecht
H559 H8800
ronduit
H559 H8799
zeggen zal
H157 H0
: Ik heb
H113
mijn heer
H802
, mijn vrouw
H1121
en mijn kinderen
H157 H8804
lief
H2670
, ik wil niet vrij
H3318 H8799
uitgaan;
6
H113
Zo zal hem zijn heer
H430
tot de goden
H5066 H8689
brengen
H1817
, daarna zal hij hem aan de deur
H4201
, of aan den post
H5066 H8689
brengen
H113
; en zijn heer
H4836
zal hem met een priem
H241
zijn oor
H7527 H8804
doorboren
H5769
, en hij zal hem eeuwiglijk
H5647 H8804
dienen.
7
H376
Wanneer nu iemand
H1323
zijn dochter
H4376 H8799
zal verkocht hebben
H519
tot een dienstmaagd
H3318 H8799
, zo zal zij niet uitgaan
H5650
, gelijk de knechten
H3318 H8800
uitgaan.
8
H7451
Indien zij kwalijk
H5869
bevalt in de ogen
H113
haars heren
H3259 H8804
, dat hij haar niet ondertrouwd heeft
H6299 H8689
, zo zal hij haar doen lossen
H5237
; aan een vreemd
H5971
volk
H4376 H8800
haar te verkopen
H4910 H8799
zal hij niet vermogen
H898 H8800
, dewijl hij trouweloos met haar gehandeld heeft.
9
H1121
Maar indien hij haar aan zijn zoon
H3259 H8799
ondertrouwt
H6213 H8799
, zo zal hij met haar doen
H4941
naar het recht
H1323
der dochteren.
10
H312
Indien hij voor zich een andere
H3947 H8799
neemt
H7607
, zo zal hij aan deze haar spijs
H3682
, haar deksel
H5772
, en haar huwelijksplicht
H1639 H8799
niet onttrekken.
11
H7969
En indien hij haar deze drie
H6213 H8799
[dingen] niet doet
H2600
, zo zal zij om niet
H3318 H8804
uitgaan
H3701
, zonder geld.
12
H376
Wie iemand
H5221 H8688
slaat
H4191 H8804
, dat hij sterft
H4191 H8800
, die zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden.
13
H6658 H8804
Doch die [hem] niet nagesteld heeft
H430
, maar God
H3027
heeft hem zijn hand
H579 H8765
doen ontmoeten
H4725
, zo zal Ik u een plaats
H7760 H8804
bestellen
H5127 H8799
, waar hij henen vliede.
14
H376
Maar indien iemand
H7453
tegen zijn naaste
H2102 H8686
moedwillig gehandeld heeft
H6195
, om hem met list
H2026 H8800
te doden
H4196
, zo zult gij denzelven van voor Mijn altaar
H3947 H8799
nemen
H4191 H8800
, dat hij sterve.
15
H1
Zo wie zijn vader
H517
of zijn moeder
H5221 H8688
slaat
H4191 H8800
, die zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden.
16
H376
Verder, zo wie een mens
H1589 H8802
steelt
H4376 H8804
, hetzij dat hij dien verkocht heeft
H3027
, of dat hij in zijn hand
H4672 H8738
gevonden wordt
H4191 H8800
, die zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden.
17
H1
Wie ook zijn vader
H517
of zijn moeder
H7043 H8764
vloekt
H4191 H8800
, die zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden.
18
H582
En wanneer mannen
H7378 H8799
twisten
H376
, en de een
H5221 H8689
slaat
H7453
den ander
H68
met een steen
H176
, of
H106
met een vuist
H4191 H8799
, en hij sterft
H5307 H8804
niet, maar valt
H4904
te bedde;
19
H6965 H8799
Indien hij weder opstaat
H2351
, en op straat
H1980 H8694
gaat
H4938
bij zijn stok
H5221 H8688
, zo zal hij, die hem sloeg
H5352 H8738
, onschuldig zijn
H5414 H8799
; alleen zal hij geven
H7674
hetgeen hij verzuimd heeft
H7495 H8763
, en hij zal hem volkomen
H7495 H8762
laten helen.
20
H376
Wanneer ook iemand
H5650
zijn dienstknecht
H519
of zijn dienstmaagd
H7626
met een stok
H5221 H8686
slaat
H3027
, dat hij onder zijn hand
H4191 H8804
sterft
H5358 H8800
, die zal zekerlijk
H5358 H8735
gewroken worden.
21
H389
Zo hij nochtans
H3117
een dag
H8147
of twee
H5975 H8799
dagen overeind blijft
H5358 H8714
, zo zal hij niet gewroken worden
H3701
; want hij is zijn geld.
22
H582
Wanneer nu mannen
H5327 H8735
kijven
H5062 H8804
, en slaan
H2030
een zwangere
H802
vrouw
H3206
, dat haar de vrucht
H3318 H8804
afgaat
H611
, doch geen dodelijk verderf
H6064 H8800
zij, zo zal hij zekerlijk
H6064 H8735
gestraft worden
H1167
, gelijk als hem de man
H802
der vrouw
H7896 H8799
oplegt
H5414 H8804
, en hij zal het geven
H6414
door de rechters.
23
H611
Maar indien er een dodelijk verderf
H5414 H8804
zal zijn, zo zult gij geven
H5315
ziel
H5315
voor ziel,
24
H5869
Oog
H5869
voor oog
H8127
, tand
H8127
voor tand
H3027
, hand
H3027
voor hand
H7272
, voet
H7272
voor voet.
26
H376
Wanneer ook iemand
H5869
het oog
H5650
van zijn dienstknecht
H5869
, of het oog
H519
van zijn dienstmaagd
H5221 H8686
slaat
H7843 H8765
, en verderft
H2670
het, hij zal hem vrij
H7971 H8762
laten gaan
H8478
voor
H5869
zijn oog.
27
H8127
En indien hij een tand
H5650
van zijn dienstknecht
H8127
, of een tand
H519
van zijn dienstmaagd
H5307 H8686
uitslaat
H7971 H8762 H2670
, zo zal hij hem vrijlaten
H8127
voor zijn tand.
28
H7794
En wanneer een os
H376
een man
H802
of een vrouw
H5055 H8799
stoot
H4191 H8804
, dat hij sterft
H7794
, zal de os
H5619 H8800
zekerlijk
H5619 H8735
gestenigd worden
H1320
, en zijn vlees
H398 H8735
zal niet gegeten worden
H1167
; maar de heer
H7794
van den os
H5355
zal onschuldig zijn.
29
H7794
Maar indien de os
H8543 H8032
te voren
H5056
stotig geweest is
H1167
, en zijn heer
H5749 H8717
is daarvan overtuigd geweest
H8104 H8799
, en hij hem niet bewaard heeft
H4191 H8689
, en hij doodt
H376
een man
H802
of een vrouw
H7794
, zo zal die os
H5619 H8735
gestenigd worden
H1167
, en zijn heer
H4191 H8714
zal ook gedood worden.
30
H3724
Indien hem losgeld
H7896 H8714
opgelegd wordt
H6306
, zo zal hij tot lossing
H5315
zijner ziel
H5414 H8804
geven
H7896 H8714
naar alles, wat hem zal opgelegd worden;
31
H1121
Hetzij dat hij een zoon
H5055 H8799
gestoten heeft
H176
, of
H1323
een dochter
H5055 H8799
gestoten heeft
H4941
, naar dat recht
H6213 H8735
zal hem gedaan worden.
32
H7794
Indien de os
H5650
een knecht
H519
of een dienstmaagd
H5055 H8799
stoot
H113
, hij zal zijn heer
H7970
dertig
H8255 H3701
zilverlingen
H5414 H8799
geven
H7794
, en de os
H5619 H8735
zal gestenigd worden.
33
H376
En wanneer iemand
H953
een kuil
H6605 H8799
opent
H376
, of wanneer iemand
H953
een kuil
H3738 H8799
graaft
H3680 H8762
, en hij dekt
H7794
hem niet toe, en een os
H2543
of ezel
H5307 H8804
valt daarin;
34
H1167
De heer
H953
des kuils
H7999 H8762
zal het vergelden
H1167
; hij zal aan deszelfs heer
H3701
het geld
H7725 H8686
wederkeren
H4191 H8801
; doch dat dode zal zijns wezen.
35
H376
Wanneer nu iemands
H7794
os
H7453
den os van zijn naaste
H5062 H8799
kwetst
H4191 H8804
, dat hij sterft
H2416
, zo zal men den levenden
H7794
os
H4376 H8804
verkopen
H3701
, en het geld
H2673 H8804
daarvan half en half delen
H4191 H8801
, en den dode
H2673 H8799
zal men ook half en half delen.