DSV_Strongs(i)
10
H7453
Wanneer gij aan uw naaste
H3972 H4859
iets
H5383 H8686
zult geleend hebben
H1004
, zo zult gij tot zijn huis
H935 H8799
niet ingaan
H5667
, om zijn pand
H5670 H8800
te pand te nemen;
11
H2351
Buiten
H5975 H8799
zult gij staan
H376
, en de man
H5383 H8802
, dien gij geleend hebt
H5667
, zal het pand
H2351
naar buiten
H3318 H8686
tot u uitbrengen.
12
H6041
Doch indien hij een arm
H376
man
H5667
is, zo zult gij met zijn pand
H7901 H8799
niet nederliggen.
13
H5667
Gij zult hem dat pand
H7725 H8687
zekerlijk
H7725 H8686
wedergeven
H8121
, als de zon
H935 H8800
ondergaat
H8008
, dat hij in zijn kleed
H7901 H8804
nederligge
H1288 H8765
, en u zegene
H6666
; en het zal u gerechtigheid
H6440
zijn voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods.
14
H6041
Gij zult den armen
H34
en nooddruftigen
H7916
dagloner
H6231 H8799
niet verdrukken
H251
, die uit uw broederen
H1616
is, of uit uw vreemdelingen
H776
, die in uw land
H8179
en in uw poorten zijn.
15
H3117
Op zijn dag
H7939
zult gij zijn loon
H5414 H8799
geven
H8121
, en de zon
H935 H8799
zal daarover niet ondergaan
H6041
; want hij is arm
H5315
, en zijn ziel
H5375 H8802
verlangt
H7121 H8799
daarnaar; dat hij tegen u niet roepe
H3068
tot den HEERE
H2399
, en zonde in u zij.
16
H1
De vaders
H4191 H8714
zullen niet gedood worden
H1121
voor de kinderen
H1121
, en de kinderen
H4191 H8714
zullen niet gedood worden
H1
voor de vaders
H376
; een ieder
H2399
zal om zijn zonde
H4191 H8714
gedood worden.