10 H7453 Wanneer gij aan uw naaste H3972 H4859 iets H5383 H8686 zult geleend hebben H1004 , zo zult gij tot zijn huis H935 H8799 niet ingaan H5667 , om zijn pand H5670 H8800 te pand te nemen;
27 H3682 Want dat alleen is zijn deksel H8071 , het is zijn kleed H5785 over zijn huid H7901 H8799 ; waarin zou hij liggen H6817 H8799 ? Het zal dan geschieden, wanneer hij tot Mij roept H8085 H8804 , dat Ik het zal horen H2587 ; want Ik ben genadig!
8 H3027 Maar gij zult hem uw hand H6605 H8800 mildelijk H6605 H8799 opendoen H5670 H8687 , en zult hem rijkelijk H5670 H8686 lenen H1767 , genoeg H4270 voor zijn gebrek H2637 H8799 , dat hem ontbreekt.