2 Chronicles 34:19-31

DSV_Strongs(i)
  19 H1961 H8799 Het geschiedde H4428 nu, als de koning H1697 de woorden H8451 der wet H8085 H8800 hoorde H899 , dat hij zijn klederen H7167 H8799 scheurde.
  20 H4428 En de koning H6680 H8762 gebood H2518 Hilkia H296 , en Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H5658 , en Abdon H1121 , den zoon H4318 van Micha H8227 , en Safan H5608 H8802 , den schrijver H6222 , en Asaja H5650 , den knecht H4428 des konings H559 H8800 , zeggende:
  21 H3212 H8798 Gaat heen H1875 H8798 , vraagt H3068 den HEERE H1157 voor H1157 mij, en voor H7604 H8737 het overgeblevene H3478 in Israel H3063 en in Juda H5921 , over H1697 de woorden H5612 dezes boeks H834 , dat H4672 H8738 gevonden is H3588 ; want H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H1419 is groot H834 , die H5413 H8738 over ons uitgegoten is H5921 H834 , omdat H1 onze vaders H3808 niet H8104 H8804 hebben gehouden H1697 het woord H3068 des HEEREN H6213 H8800 , om te doen H3605 naar al H5921 hetgeen in H2088 dat H5612 boek H3789 H8803 geschreven is.
  22 H3212 H8799 Toen ging H2518 Hilkia H834 henen, en die H4428 des konings H413 waren, tot H5031 de profetes H2468 Hulda H802 , de huisvrouw H7967 van Sallum H1121 , den zoon H8616 H8676 H8445 van Tokhath H1121 , den zoon H2641 van Hasra H8104 H8802 H899 , den klederbewaarder H1931 . Zij H3427 H8802 nu woonde H3389 te Jeruzalem H4932 in het tweede deel H1696 H8762 ; en zij spraken H2063 zulks H413 tot haar.
  23 H559 H8799 En zij zeide H3541 tot hen: Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8798 : Zegt H376 den man H834 , die H853 ulieden H413 tot H7971 H8804 mij gezonden heeft:
  24 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H2009 : Zie H7451 , Ik zal kwaad H5921 over H2088 deze H4725 plaats H5921 en over H3427 H8802 haar inwoners H935 H8688 brengen H3605 ; al H423 de vloeken H3789 H8803 , die geschreven zijn H5921 in H5612 het boek H834 , dat H6440 men voor het aangezicht H4428 des konings H3063 van Juda H7121 H8804 gelezen heeft.
  25 H8478 Daarom H834 dat H5800 H8804 zij Mij verlaten H312 , en anderen H430 goden H6999 H8762 H8675 H6999 H8686 gerookt hebben H4616 , opdat H3707 H8687 zij Mij tot toorn verwekten H3605 met alle H4639 werken H3027 hunner handen H2534 ; zo zal Mijn grimmigheid H5413 H8799 uitgegoten worden H2088 tegen deze H4725 plaats H3808 , en niet H3518 H8799 uitgeblust worden.
  26 H413 Maar tot H4428 den koning H3063 van Juda H853 , die ulieden H7971 H8802 gezonden heeft H3068 , om den HEERE H1875 H8800 te vragen H413 , tot H3541 hem zult gij alzo H559 H8799 zeggen H3541 : Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H1697 : Aangaande de woorden H834 , die H8085 H8804 gij hebt gehoord;
  27 H3282 Omdat H3824 uw hart H7401 H8804 week geworden is H4480 , en gij u voor H6440 het aangezicht H430 Gods H3665 H8735 vernederd hebt H1697 , als gij Zijn woorden H8085 H8800 hoordet H5921 tegen H2088 deze H4725 plaats H5921 en tegen H3427 H8802 haar inwoners H3665 H8735 , en hebt u vernederd H6440 voor Mijn aangezicht H899 , en uw klederen H7167 H8799 gescheurd H1058 H8799 , en geweend H6440 voor Mijn aangezicht H589 , zo heb Ik H1571 [u] ook H8085 H8804 verhoord H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  28 H2009 Zie H622 H8802 , Ik zal u verzamelen H413 tot H1 uw vaderen H7965 , en gij zult met vrede H413 in H6913 uw graf H622 H8738 verzameld worden H5869 , en uw ogen H3605 zullen al H7451 dat kwaad H3808 niet H7200 H8799 zien H834 , dat H589 Ik H5921 over H2088 deze H4725 plaats H5921 en over H3427 H8802 haar inwoners H935 H8688 brengen zal H7725 H0 . En zij brachten H4428 den koning H1697 dit antwoord H7725 H8686 weder.
  29 H7971 H8799 Toen zond H4428 de koning H622 H8799 henen, en verzamelde H3605 alle H2205 oudsten H3063 van Juda H3389 en Jeruzalem.
  30 H4428 En de koning H5927 H8799 ging op H1004 in het huis H3068 des HEEREN H3605 , en al H376 de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H3548 , mitsgaders de priesters H3881 en de Levieten H3605 , en al H5971 het volk H4480 , van H1419 den grote H5704 tot H6996 den kleine H7121 H8799 toe; en men las H241 voor hun oren H3605 al H1697 de woorden H5612 van het boek H1285 des verbonds H1004 , dat in het huis H3068 des HEEREN H4672 H8737 gevonden was.
  31 H4428 En de koning H5975 H8799 stond H5921 in H5977 zijn standplaats H3772 H8799 , en maakte H1285 een verbond H3068 voor des HEEREN H6440 aangezicht H3068 , om den HEERE H310 na H3212 H8800 te wandelen H4687 , en om Zijn geboden H5715 , en Zijn getuigenissen H2706 , en Zijn inzettingen H3605 , met zijn ganse H3824 hart H3605 en met zijn ganse H5315 ziel H8104 H8800 , te onderhouden H6213 H8800 , doende H1697 de woorden H1285 des verbonds H5921 , die in H2088 datzelve H5612 boek H3789 H8803 geschreven zijn.