Deuteronomy 23:20 Cross References - DSV_Strongs

  20 H5237 Aan den vreemde H5391 H8686 zult gij woekeren H251 ; maar aan uw broeder H5391 H8686 zult gij niet woekeren H3068 ; opdat u de HEERE H430 , uw God H1288 H8762 , zegene H3027 , in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat H776 , in het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.

Leviticus 19:33-34

  33 H1616 En wanneer een vreemdeling H776 bij u in uw land H1481 H8799 als vreemdeling verkeren zal H3238 H8686 , gij zult hem niet verdrukken.
  34 H1616 De vreemdeling H1481 H8802 , die als vreemdeling bij u verkeert H249 , zal onder u zijn als een inboorling H157 H8804 van ulieden; gij zult hem liefhebben H1616 als uzelven; want gij zijt vreemdeling H776 H4714 geweest in Egypteland H3068 ; Ik ben de HEERE H430 , uw God!

Deuteronomy 14:21

  21 H5038 Gij zult geen dood aas H398 H8799 eten H1616 ; den vreemdeling H8179 , die in uw poorten H5414 H8799 is, zult gij het geven H398 H8804 , dat hij het ete H4376 H8800 , of verkoopt H5237 het den vreemde H6918 ; want gij zijt een heilig H5971 volk H3068 den HEERE H430 , uw God H1423 . Gij zult het bokje H1310 H8762 niet koken H2461 in de melk H517 zijner moeder.

Deuteronomy 15:3

  3 H5237 Den vreemde H5065 H8799 zult gij manen H251 ; maar wat gij bij uw broeder H3027 hebt, zal uw hand H8058 H8686 vrijlaten;

Deuteronomy 15:10

  10 H5414 H8800 Gij zult hem mildelijk H5414 H8799 geven H3824 , en uw hart H3415 H8799 zal niet boos zijn H5414 H8800 , als gij hem geeft H1558 H0 ; want om H1697 dezer zake H1558 wil H3068 zal u de HEERE H430 , uw God H1288 H8762 , zegenen H4639 in al uw werk H3027 , en in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat.

Deuteronomy 28:12

  12 H3068 De HEERE H6605 H8799 zal u opendoen H2896 Zijn goeden H214 schat H8064 , den hemel H776 , om aan uw land H4306 regen H5414 H8800 te geven H6256 te zijner tijd H1288 H8763 , en om te zegenen H4639 al het werk H3027 uwer hand H7227 ; en gij zult aan vele H1471 volken H3867 H8689 lenen H3867 H8799 , maar gij zult niet ontlenen.

Proverbs 19:17

  17 H1800 Die zich des armen H2603 H8802 ontfermt H3867 H8688 , leent H3068 den HEERE H1576 , en Hij zal hem zijn weldaad H7999 H8762 vergelden.

Isaiah 1:19

  19 H14 H8799 Indien gijlieden willig zijt H8085 H8804 en hoort H2898 , zo zult gij het goede H776 dezes lands H398 H8799 eten;

Luke 14:14

  14 G2532 En G3107 gij zult zalig G2071 G5704 zijn G3754 , omdat G3756 zij niet G2192 G5719 hebben G4671 , om u G467 G5629 te vergelden G1063 ; want G4671 het zal u G467 G5701 vergolden worden G1722 in G386 de opstanding G1342 der rechtvaardigen.

1 Corinthians 15:58

  58 G5620 Zo dan G3450 , mijn G27 geliefde G80 broeders G1096 G5737 ! Zijt G1476 standvastig G277 , onbewegelijk G3842 , altijd G4052 G5723 overvloedig zijnde G1722 in G2041 het werk G2962 des Heeren G1492 G5761 , als die weet G3754 , dat G5216 uw G2873 arbeid G3756 niet G2756 ijdel G2076 G5748 is G1722 in G2962 den Heere.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.