DSV_Strongs(i)
21
H5038
Gij zult geen dood aas
H398 H8799
eten
H1616
; den vreemdeling
H8179
, die in uw poorten
H5414 H8799
is, zult gij het geven
H398 H8804
, dat hij het ete
H4376 H8800
, of verkoopt
H5237
het den vreemde
H6918
; want gij zijt een heilig
H5971
volk
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H1423
. Gij zult het bokje
H1310 H8762
niet koken
H2461
in de melk
H517
zijner moeder.