Proverbs 5:3-15

DSV_Strongs(i)
  3 H8193 Want de lippen H2114 H8801 der vreemde H5197 H8799 [vrouw] druppen H5317 honigzeem H2441 , en haar gehemelte H2509 is gladder H8081 dan olie.
  4 H319 Maar het laatste H4751 van haar is bitter H3939 als alsem H2299 , scherp H6310 als een tweesnijdend H2719 zwaard.
  5 H7272 Haar voeten H3381 H8802 dalen H4194 naar den dood H6806 , haar treden H8551 H0 houden H7585 de hel H8551 H8799 vast.
  6 H734 Opdat gij het pad H2416 des levens H6424 H8762 niet zoudt wegen H4570 , zijn haar gangen H5128 H8804 ongestadig H3045 H8799 , [dat] gij het niet merkt.
  7 H1121 Nu dan, gij kinderen H8085 H8798 ! hoort H5493 H8799 naar mij, en wijkt H561 niet van de redenen H6310 mijns monds.
  8 H7368 H0 Maak H1870 uw weg H7368 H8685 verre H7126 H8799 van haar, en nader H6607 niet tot de deur H1004 van haar huis;
  9 H312 Opdat gij anderen H1935 uw eer H5414 H8799 niet geeft H8141 , en uw jaren H394 den wrede;
  10 H2114 H8801 Opdat de vreemden H7646 H8799 zich niet verzadigen H3581 van uw vermogen H6089 , en al uw smartelijke arbeid H1004 niet [kome] in het huis H5237 des onbekenden;
  11 H319 En gij in uw laatste H5098 H8804 brult H1320 , als uw vlees H7607 , en uw lijf H3615 H8800 verteerd is;
  12 H559 H8804 En zegt H4148 : Hoe heb ik de tucht H8130 H8804 gehaat H3820 , en mijn hart H8433 de bestraffing H5006 H8804 versmaad!
  13 H8085 H8804 En heb niet gehoord H6963 naar de stem H3384 H8688 mijner onderwijzers H241 , noch mijn oren H5186 H8689 geneigd H3925 H8764 tot mijn leraars!
  14 H4592 Ik ben bijna H7451 in alle kwaad H8432 geweest, in het midden H6951 der gemeente H5712 en der vergadering!
  15 H8354 H8798 Drink H4325 water H953 uit uw bak H5140 H8802 , en vloeden H8432 uit het midden H875 van uw bornput;