DSV_Strongs(i)
4
H5265 H8799
Toen reisden zij
H2022
van den berg
H2023
Hor
H1870
, op den weg
H5488 H3220
der Schelfzee
H5437 H0
, dat zij om
H776
het land
H123
der Edomieten
H5437 H8800
heentogen
H5315
; doch de ziel
H5971
des volks
H7114 H8799
werd verdrietig
H1870
op dezen weg.
5
H5971
En het volk
H1696 H8762
sprak
H430
tegen God
H4872
en tegen Mozes
H5927 H8689
: Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken
H4714
uit Egypte
H4191 H8800
, opdat wij sterven zouden
H4057
in de woestijn
H3899
? Want hier is geen brood
H4325
, ook geen water
H5315
, en onze ziel
H6973 H8804
walgt
H7052
over dit zeer lichte
H3899
brood.
6
H7971 H8762
Toen zond
H3068
de HEERE
H8314
vurige
H5175
slangen
H5971
onder het volk
H5391 H8762
, die beten
H5971
het volk
H4191 H8799
; en er stierf
H7227
veel
H5971
volks
H3478
van Israel.
7
H935 H8799
Daarom kwam
H5971
het volk
H4872
tot Mozes
H559 H8799
, en zij zeiden
H2398 H8804
: Wij hebben gezondigd
H3068
, omdat wij tegen den HEERE
H1696 H8765
en tegen u gesproken hebben
H6419 H8690
; bid
H3068
den HEERE
H5175
, dat Hij deze slangen
H5493 H8686
van ons wegneme
H6419 H8691
. Toen bad
H4872
Mozes
H5971
voor het volk.