DSV_Strongs(i)
34
G5207
De Zoon
G444
des mensen
G2064 G5754
is gekomen
G2068 G5723
, etende
G2532
en
G4095 G5723
drinkende
G2532
, en
G3004 G5719
gij zegt
G2400 G5628
: Ziet daar
G444
, een Mens
G5314
, [Die] een vraat
G2532
en
G3630
wijnzuiper
G5384
[is], een Vriend
G5057
van tollenaren
G2532
en
G268
zondaren.
35
G2532
Doch
G4678
de wijsheid
G1344 G5681
is gerechtvaardigd geworden
G575
van
G3956
al
G846
haar
G5043
kinderen.
36
G1161
En
G5100
een
G5330
der Farizeen
G2065 G5707
bad
G846
Hem
G2443
, dat
G3326
Hij met
G846
hem
G5315 G5632
ate
G2532
; en
G1525 G5631
ingegaan zijnde
G1519
in
G5330
des Farizeers
G3614
huis
G347 G5681
, zat Hij aan.
37
G2532
En
G2400 G5628
ziet
G1135
, een vrouw
G1722
in
G4172
de stad
G3748
, welke
G268
een zondares
G2258 G5713
was
G1921 G5631
, verstaande
G3754
, dat
G1722
Hij in
G5330
des Farizeers
G3614
huis
G345 G5736
aanzat
G2865 G5660
, bracht
G211
een albasten fles
G3464
met zalf.
38
G2532
En
G2476 G5631
staande
G3844 G3694
achter
G846
Zijn
G4228
voeten
G2799 G5723
, wenende
G756 G5662
, begon zij
G846
Zijn
G4228
voeten
G1026 G5721
nat te maken
G1144
met tranen
G2532
, en
G1591 G5707
zij droogde ze af
G2359
met het haar
G846
van haar
G2776
hoofd
G2532
, en
G2705 G5707
kuste
G846
Zijn
G4228
voeten
G2532
, en
G218 G5707
zalfde
G3464
ze met de zalf.