DSV_Strongs(i)
9
H8179
[Teth]. Haar poorten
H776
zijn in de aarde
H2883 H8804
verzonken
H1280
; Hij heeft haar grendelen
H6 H8765
verdorven
H7665 H8765
en gebroken
H4428
; haar koning
H8269
en haar vorsten
H1471
zijn onder de heidenen
H8451
; er is geen wet
H5030
; haar profeten
H4672 H8804
vinden
H2377
ook geen gezicht
H3068
van den HEERE.
10
H2205
[Jod]. De oudsten
H1323
der dochter
H6726
Sions
H3427 H8799
zitten
H776
op de aarde
H1826 H8799
, zij zwijgen stil
H5927 H8689
, zij werpen
H6083
stof
H7218
op hun hoofd
H8242
, zij hebben zakken
H2296 H8804
aangegord
H1330
; de jonge dochters
H3389
van Jeruzalem
H3381 H0
laten
H7218
haar hoofd
H776
ter aarde
H3381 H8689
hangen.
11
H5869
[Caph]. Mijn ogen
H3615 H8804
zijn verteerd
H1832
door tranen
H4578
, mijn ingewand
H2560 H8777
wordt beroerd
H3516
; mijn lever
H776
is ter aarde
H8210 H8738
uitgeschud
H7667
, vanwege de breuk
H1323
der dochter
H5971
mijns volks
H5768
; omdat het kind
H3243 H8802
en de zuigeling
H7339
op de straten
H7151
der stad
H5848 H8736
in onmacht zinken;