Jeremiah 44:16-28

DSV_Strongs(i)
  16 H1697 Aangaande het woord H3068 , dat gij tot ons in des HEEREN H8034 Naam H1696 H8765 gesproken hebt H8085 H8802 , wij zullen naar u niet horen.
  17 H6213 H8800 Maar wij zullen ganselijk H6213 H8799 doen H1697 al hetgeen H6310 uit onzen mond H3318 H8804 is uitgegaan H6999 H8763 , rokende H4446 aan Melecheth H8064 des hemels H5262 , en haar drankofferen H5258 H8687 offerende H6213 H8804 , gelijk als wij gedaan hebben H1 , wij en onze vaders H4428 , onze koningen H8269 en onze vorsten H5892 , in de steden H3063 van Juda H2351 en in de straten H3389 van Jeruzalem H3899 ; toen werden wij met brood H7646 H8799 verzadigd H2896 , en waren vrolijk H7200 H8804 , en zagen H7451 geen kwaad.
  18 H2308 H8804 Maar van toen af, dat wij opgehouden hebben H4446 aan Melecheth H8064 des hemels H6999 H8763 te roken H5262 , en haar drankofferen H5258 H8687 te offeren H2637 H8804 , hebben wij van alles gebrek gehad H2719 , en zijn door het zwaard H7458 en door den honger H8552 H8804 verteerd.
  19 H4446 Ook wanneer wij aan Melecheth H8064 des hemels H6999 H8764 roken H5262 en haar drankofferen H5258 H8687 offeren H6213 H8804 , maken wij H3561 haar gebeelde koeken H6087 H8687 , om haar af te beelden H5258 H8687 , en offeren wij H5262 haar drankofferen H1107 , zonder H582 onze mannen?
  20 H559 H8799 Toen sprak H3414 Jeremia H5971 tot al het volk H1397 , tot de mannen H802 en tot de vrouwen H5971 , en tot al het volk H1697 , die hem zulks H6030 H8802 geantwoord hadden H559 H8800 , zeggende:
  21 H7002 Het roken H5892 , dat gijlieden in de steden H3063 van Juda H2351 en in de straten H3389 van Jeruzalem H6999 H8765 gerookt hebt H1 , gij en uw vaderen H4428 , uw koningen H8269 en uw vorsten H5971 , en het volk H776 des lands H3068 , heeft de HEERE H2142 H8804 daaraan niet gedacht H3820 , en is het [niet] in Zijn hart H5927 H8799 opgekomen?
  22 H3068 Zodat het de HEERE H3201 H8799 niet meer kon H5375 H8800 verdragen H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer handelingen H6440 , vanwege H8441 de gruwelen H6213 H8804 , die gij deedt H776 ; daarom is uw land H2723 geworden tot een woestheid H8047 , en tot ontzetting H7045 , en tot een vloek H3427 H8802 , dat er niemand in woont H3117 , gelijk het is te dezen dage;
  23 H6440 Vanwege H834 dat H6999 H8765 gij gerookt hebt H3068 , en dat gij tegen den HEERE H2398 H8804 gezondigd hebt H3068 , en des HEEREN H6963 stem H8085 H8804 niet gehoorzaam zijt geweest H8451 , en in Zijn wet H2708 en in Zijn inzettingen H5715 , en in Zijn getuigenissen H1980 H8804 niet hebt gewandeld H7451 ; daarom is u dit kwaad H7122 H8804 wedervaren H3117 , gelijk het is te dezen dage.
  24 H559 H8799 Voorts zeide H3414 Jeremia H5971 tot al het volk H802 , en tot al de vrouwen H8085 H8798 : Hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H3063 , gij gans Juda H776 H4714 , die in Egypteland zijt!
  25 H559 H8804 Zo spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H559 H8800 , zeggende H802 : [Aangaande] u en uw vrouwen H6310 , zij hebben toch met uw mond H1696 H8762 gesproken H3027 , en gij hebt het met uw handen H4390 H8765 vervuld H559 H8800 , zeggende H5088 : Wij zullen onze geloften H5087 H8804 , die wij beloofd hebben H6213 H8800 , ganselijk H6213 H8799 houden H6999 H8763 , rokende H4446 aan Melecheth H8064 des hemels H5262 , en haar drankofferen H5258 H8687 offerende H5088 ; [nu], zij hebben uw geloften H6965 H8687 volkomenlijk H6965 H8686 bevestigd H5088 en uw geloften H6213 H8800 volkomenlijk H6213 H8799 gehouden.
  26 H8085 H8798 Daarom hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H3063 , gij gans Juda H776 H4714 , die in Egypteland H3427 H8802 woont H7650 H8738 ! Ziet, Ik zweer H1419 bij Mijn groten H8034 Naam H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H8034 , zo Mijn Naam H6310 met den mond H376 van enig man H3063 van Juda H776 H4714 in gans Egypteland H7121 H8737 meer zal genoemd worden H559 H8802 , die zegge H136 : [Zo] [waarachtig] [als] de Heere H3069 HEERE H2416 leeft!
  27 H8245 H8802 Ziet, Ik zal over hen waken H7451 ten kwade H2896 en niet ten goede H376 ; en alle mannen H3063 van Juda H776 H4714 , die in Egypteland H2719 zijn, zullen door het zwaard H7458 en door den honger H8552 H8804 verteerd worden H3615 H8800 , totdat zij ten einde zijn.
  28 H2719 Maar die van het zwaard H6412 ontkomen H776 H4714 , zullen uit Egypteland H7725 H8799 wederkeren H776 in het land H3063 van Juda H4962 , weinig H4557 in getal H7611 ; en het ganse overblijfsel H3063 van Juda H776 H4714 , die in Egypteland H935 H8802 gekomen zijn H1481 H8800 , om aldaar als vreemdelingen te verkeren H3045 H8804 , zullen weten H1697 , wiens woord H6965 H8799 bestaan zal, het Mijn of het hunne.