DSV_Strongs(i)
2
H7110
Want de verbolgenheid
H3068
des HEEREN
H1471
is over al de heidenen
H2534
, en grimmigheid
H6635
over al hun heir
H2763 H8689
; Hij heeft hen verbannen
H2874
, Hij heeft ze ter slachting
H5414 H8804
overgegeven.
3
H2491
En hun verslagenen
H7993 H8714
zullen weggeworpen worden
H6297
, en van hun dode lichamen
H889
zal hun stank
H5927 H8799
opgaan
H2022
; en de bergen
H4549 H8738
zullen smelten
H1818
van hun bloed.
4
H6635
En al het heir
H8064
der hemelen
H4743 H8738
zal uitteren
H8064
, en de hemelen
H1556 H8738
zullen toegerold worden
H5612
, gelijk een boek
H6635
, en al hun heir
H5034 H8799
zal afvallen
H5929
, gelijk een blad
H1612
van den wijnstok
H5034 H8800
afvalt
H5034 H8802
, en gelijk [een] [vijg] afvalt
H8384
van den vijgeboom.
5
H2719
Want Mijn zwaard
H7301 H8765
is dronken geworden
H8064
in den hemel
H4941
; ziet, het zal ten oordeel
H3381 H8799
nederdalen
H123
op Edom
H5971
, en op het volk
H2764
, hetwelk Ik verbannen heb.
6
H2719
Het zwaard
H3068
des HEEREN
H4390 H8804
is vol
H1818
van bloed
H1878 H8719
, het is vet geworden
H2459
van smeer
H1818
, van het bloed
H3733
der lammeren
H6260
en der bokken
H2459
, van het smeer
H3629
der nieren
H352
van de rammen
H3068
; want de HEERE
H2077
heeft een slachtoffer
H1224
te Bozra
H1419
, en een grote
H2874
slachting
H776
in het land
H123
der Edomieten.