Ezekiel 28:2-10

DSV_Strongs(i)
  2 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 ! zeg H5057 tot den vorst H6865 van Tyrus H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 : Omdat uw hart H1361 H8804 zich verheft H559 H8799 en zegt H410 : Ik ben God H3427 H8804 , ik zit H430 in Godes H4186 stoel H3820 , in het hart H3220 der zeeen H120 ! daar gij een mens H410 en geen God H5414 H8799 zijt, stelt gij H3820 nochtans uw hart H430 , als Gods H3820 hart.
  3 H2450 Zie, gij zijt wijzer H1840 dan Daniel H5640 H8803 ; zij hebben niets toegeslotens H6004 H8804 voor u verborgen.
  4 H2451 Door uw wijsheid H8394 en door uw verstand H2428 , hebt gij vermogen H6213 H8804 voor u verkregen H2091 ; ja, gij hebt goud H3701 en zilver H6213 H8799 verkregen H214 in uw schatten.
  5 H7230 Door de grootheid H2451 uwer wijsheid H7404 in uw koophandel H2428 hebt gij uw vermogen H7235 H8689 vermeerderd H3824 , en uw hart H1361 H8799 verheft zich H2428 vanwege uw vermogen.
  6 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 alzo: Omdat gij uw hart H5414 H8800 gesteld hebt H430 als Gods H3824 hart;
  7 H2114 H8801 Daarom zie, Ik zal vreemden H935 H8688 over u brengen H6184 , de tirannigste H1471 der heidenen H2719 ; die zullen hun zwaarden H7324 H8689 uittrekken H3308 over de schoonheid H2451 uwer wijsheid H3314 , en zullen uw glans H2490 H8765 ontheiligen.
  8 H7845 Ter groeve H3381 H8686 zullen zij u doen nederdalen H4191 H8804 ; en gij zult sterven H4463 den dood H2491 eens verslagenen H3820 in het hart H3220 der zeeen.
  9 H559 H8800 Zult gij [dan] enigszins H6440 , voor het aangezicht H2026 H8802 uws doodslagers H559 H8799 , zeggen H430 : Ik ben God H120 ? daar gij een mens H410 zijt en geen God H3027 , in de hand H2490 H8764 desgenen, die u verslaat?
  10 H4194 Gij zult den dood H6189 der onbesnedenen H4191 H8799 sterven H3027 ; door de hand H2114 H8801 der vreemden H1696 H8765 ; want Ik heb het gesproken H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.