DSV_Strongs(i)
21
H4872
Toen Mozes
H3027
zijn hand
H5186 H8799
uitstrekte
H3220
over de zee
H3068
, zo deed de HEERE
H3220
de zee
H3212 H8686
weggaan
H5794
, door een sterken
H6921 H7307
oostenwind
H3915
, dien gansen nacht
H7760 H8799
, en maakte
H3220
de zee
H2724
droog
H4325
, en de wateren
H1234 H8735
werden gekliefd.
22
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H935 H8799
zijn ingegaan
H8432
in het midden
H3220
van de zee
H3004
, op het droge
H4325
; en de wateren
H2346
waren hun een muur
H3225
, aan hun rechter
H8040
[hand] en aan hun linkerhand.
23
H4714
En de Egyptenaars
H7291 H8799
vervolgden
H935 H8799
hen, en gingen in
H310
, achter
H5483
hen, al de paarden
H6547
van Farao
H7393
, zijn wagenen
H6571
en zijn ruiteren
H8432
, in het midden
H3220
van de zee.
24
H1242 H821
En het geschiedde in dezelfde morgenwake
H3068
, dat de HEERE
H5982
, in de kolom
H784
des vuurs
H6051
en der wolk
H8259 H8686
, zag
H4264
op het leger
H4714
der Egyptenaren
H2000 H8799
; en Hij verschrikte
H4264
het leger
H4714
der Egyptenaren.
25
H5493 H0
En Hij stiet
H212
de raderen
H4818
hunner wagenen
H5493 H8686
weg
H3517
, en deed ze zwaarlijk
H5090 H8762
voortvaren
H559 H8799
. Toen zeiden
H4714
de Egyptenaars
H5127 H8799
: Laat ons vlieden
H6440
van het aangezicht
H3478
van Israel
H3068
, want de HEERE
H3898 H8737
strijdt
H4714
voor hen tegen de Egyptenaars.
26
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4872
tot Mozes
H5186 H8798
: Strek
H3027
uw hand
H3220
uit over de zee
H4325
, dat de wateren
H7725 H8799
wederkeren
H4714
over de Egyptenaars
H7393
, over hun wagenen
H6571
en over hun ruiters.
27
H5186 H8799
Toen strekte
H4872
Mozes
H3027
zijn hand
H3220
uit over de zee
H3220
; en de zee
H7725 H8799
kwam weder
H6437 H8800
, tegen het naken
H1242
van den morgenstond
H386
, tot haar kracht
H4714
; en de Egyptenaars
H5127 H8801
vluchtten
H7125 H8800
die tegemoet
H3068
; en de HEERE
H5287 H8762
stortte
H4714
de Egyptenaars
H8432
in het midden
H3220
der zee.
28
H4325
Want als de wateren
H7725 H8799
wederkeerden
H3680 H8762
, zo bedekten zij
H7393
de wagenen
H6571
en de ruiters
H2428
van het ganse heir
H6547
van Farao
H935 H8802 H310
, dat hen nagevolgd was
H3220
in de zee
H7604 H8738
; er bleef
H259
niet een
H5704
van hen over.
29
H1121
Maar de kinderen
H3478
Israels
H1980 H8804
gingen
H3004
op het droge
H8432
, in het midden
H3220
der zee
H4325
; en de wateren
H2346
waren hun een muur
H3225
, aan hun rechter
H8040
[hand] en aan hun linkerhand.