DSV_Strongs(i)
1
H310
Na
H428
deze
H1697
geschiedenissen
H1431 H0
maakte
H4428
de koning
H325
Ahasveros
H2001
Haman
H1431 H8765
groot
H1121
, den zoon
H4099
van Hammedatha
H91
, den Agagiet
H5375 H8762
, en hij verhoogde
H7760 H8799
hem, en hij zette
H3678
zijn stoel
H4480 H5921
boven
H3605
al
H8269
de vorsten
H834
, die
H854
bij hem waren.
2
H3605
En al
H5650
de knechten
H4428
des konings
H834
, die
H8179
in de poort
H4428
des konings
H3766 H8802
waren, neigden
H7812 H8693
en bogen zich neder
H2001
voor Haman
H3588
; want
H4428
de koning
H3651
had alzo
H6680 H8765
van hem bevolen
H4782
; maar Mordechai
H3766 H8799
neigde zich
H3808
niet
H3808
, en boog zich niet
H7812 H8691
neder.
3
H559 H8799
Toen zeiden
H5650
de knechten
H4428
des konings
H834
, die
H8179
in de poort
H4428
des konings
H4782
waren, tot Mordechai
H4616
: Waarom
H5674 H8802
overtreedt
H859
gij
H4428
des konings
H4687
gebod?
4
H1961 H8799
Het geschiedde
H3117
nu, toen zij [dit] van dag
H3117
tot dag
H413
tot
H559 H8800
hem zeiden
H413
, en hij naar
H3808
hen niet
H8085 H8804
hoorde
H5046 H0
, zo gaven zij
H2001
het Haman
H5046 H8686
te kennen
H7200 H8800
, opdat zij zagen
H1697
, of de woorden
H4782
van Mordechai
H5975 H8799
bestaan zouden
H3588
; want
H5046 H8689
hij had hun te kennen gegeven
H834
, dat
H1931
hij
H3064
een Jood was.
5
H2001
Toen Haman
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H4782
Mordechai
H369
zich niet
H3766 H8802
neigde
H7812 H8693
, noch zich voor hem nederboog
H2001
, zo werd Haman
H4390 H8735
vervuld
H2534
met grimmigheid.
6
H959 H8799
Doch hij verachtte
H5869
in zijn ogen
H4782
, dat hij aan Mordechai
H909
alleen
H3027
de hand
H7971 H8800
zou slaan
H3588
(want
H5971
men had hem het volk
H4782
van Mordechai
H5046 H8689
aangewezen
H2001
); maar Haman
H1245 H8762
zocht
H3605
al
H3064
de Joden
H834
, die
H3605
in het ganse
H4438
koninkrijk
H325
van Ahasveros
H5971
waren, [namelijk] het volk
H4782
van Mordechai
H8045 H8687
, te verdelgen.