Deuteronomy 1:26-32

DSV_Strongs(i)
  26 H14 H8804 Doch gij wildet H5927 H8800 niet optrekken H6310 ; maar gij waart den mond H3068 des HEEREN H430 uws Gods H4784 H8686 , wederspannig.
  27 H7279 H8735 En gij murmureerdet H168 in uw tenten H559 H8799 , en zeidet H3068 : Omdat de HEERE H8135 ons haat H776 H4714 , heeft Hij ons uit Egypteland H3318 H8689 uitgevoerd H5414 H8800 , opdat Hij ons levere H3027 in de hand H567 der Amorieten H8045 H8687 , om ons te verdelgen.
  28 H5927 H8802 Waarheen zouden wij optrekken H251 ? Onze broeders H3824 hebben ons hart H4549 H8689 doen smelten H559 H8800 , zeggende H5971 : Het is een volk H1419 , groter H7311 H8802 en langer H5892 dan wij; de steden H1419 zijn groot H1219 H8803 , en gesterkt H8064 tot in den hemel H1121 toe; ook hebben wij daar kinderen H6062 der Enakieten H7200 H8804 gezien.
  29 H559 H8799 Toen zeide ik H6206 H8799 tot u: Verschrikt H3372 H8799 niet, en vreest niet voor hen.
  30 H3068 De HEERE H430 , uw God H6440 , Die voor uw aangezicht H1980 H8802 wandelt H3898 H8735 , Die zal voor u strijden H5869 , naar alles, wat Hij bij u voor uw ogen H6213 H8804 gedaan heeft H4714 in Egypte.
  31 H4057 En in de woestijn H7200 H8804 , waar gij gezien hebt H3068 , dat de HEERE H430 uw God H5375 H8804 , u daarin gedragen heeft H376 , als een man H1121 zijn zoon H5375 H8799 draagt H1870 , op al den weg H1980 H8804 , dien gij gewandeld hebt H935 H8800 , totdat gij kwaamt H4725 aan deze plaats.
  32 H1697 Maar door dit woord H539 H8688 geloofdet gij H3068 niet aan den HEERE H430 , uw God.