DSV_Strongs(i)
4
H8621
En de Thekoietische
H802
vrouw
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4428
den koning
H5921
, als zij op
H639
haar aangezicht
H776
ter aarde
H5307 H8799
was gevallen
H7812 H8691
, en zich nedergebogen had
H559 H8799
, zo zeide zij
H3467 H8685
: Behoud
H4428
, o koning!
5
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H4100
tot haar: Wat
H559 H8799
is u? En zij zeide
H61
: Zekerlijk
H595
, ik
H490 H802
ben een weduwvrouw
H376
, en mijn man
H4191 H8799
is gestorven.
6
H8198
Nu had uw dienstmaagd
H8147
twee
H1121
zonen
H8147
, en deze beiden
H5327 H8735
twistten
H7704
in het veld
H369
, en er was geen
H5337 H8688
scheider
H996
tussen
H5221 H8686
hen; zo sloeg
H259
de een
H259
den ander
H4191 H8686
, en doodde
H853
hem.
7
H2009
En zie
H3605
, het ganse
H4940
geslacht
H6965 H8804
is opgestaan
H5921
tegen
H8198
uw dienstmaagd
H559 H8799
, en hebben gezegd
H5414 H8798
: Geef
H251
dien hier, die zijn broeder
H5221 H8688
geslagen heeft
H5315
, dat wij hem voor de ziel
H251
zijns broeders
H834
, dien
H2026 H8804
hij doodgeslagen heeft
H4191 H8686
, doden
H1571
, en ook
H3423 H8802
den erfgenaam
H8045 H8686
verdelgen
H1513
; alzo zullen zij mijn kool
H834
, die
H7760 H8800
overgebleven is
H3518 H8765
, uitblussen
H1115 H0
, opdat
H376
zij mijn man
H1115
geen
H8034
naam
H7611
noch overblijfsel
H7604 H8738
laten
H5921 H6440
op
H127
den aardbodem.
8
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H413
tot
H802
deze vrouw
H3212 H8798
: Ga
H1004
naar uw huis
H589
, en ik
H5921
zal voor
H6680 H8762
u gebieden.
9
H8621
En de Thekoietische
H802
vrouw
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4428
den koning
H113
: Mijn heer
H4428
koning
H5771
, de ongerechtigheid
H5921
zij op
H5921
mij en op
H1
mijns vaders
H1004
huis
H4428
; de koning
H3678
daarentegen, en zijn stoel
H5355
, zij onschuldig.
10
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H1696 H8764
: Spreekt
H413
iemand tegen
H935 H8689
u, zo breng
H413
hem tot
H3254 H8686
mij; en hij zal u voortaan
H3808
niet
H5750
meer
H5060 H8800
aantasten.
11
H559 H8799
En zij zeide
H4428
: De koning
H2142 H8799
gedenke
H4994
toch
H3068
aan den HEERE
H430
, uw God
H4480 H0
, dat
H1350 H8802 H1818
de bloedwrekers
H4480
niet
H7235 H8687
te vele worden
H7843 H8763
om te verderven
H1121
, dat zij mijn zoon
H3808
niet
H8045 H8686
verdelgen
H559 H8799
. Toen zeide hij
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H518
, indien
H4480
er een van
H8185
de haren
H1121
uws zoons
H776
op de aarde
H5307 H8799
zal vallen!