2 Kings 17:30-41

DSV_Strongs(i)
  30 H582 Want de lieden H894 van Babel H6213 H8804 maakten H5524 Sukkoth Benoth H582 , en de lieden H3575 van Chut H6213 H8804 maakten H5370 Nergal H582 , en de lieden H2574 van Hamath H6213 H8804 maakten H807 Asima,
  31 H5757 En de Avieten H6213 H8804 maakten H5026 Nibhaz H8662 en Tartak H5616 , en de Sefarvieten H8313 H8802 verbrandden H1121 hun zonen H152 voor Adramelech H6048 en Anamelech H430 , de goden H5617 van Sefarvaim H784 , met vuur.
  32 H1961 H8799 H3373 Ook vreesden zij H3068 den HEERE H6213 H8799 , en maakten zich H7098 van hun geringsten H3548 priesteren H1116 der hoogten H1961 H8799 H6213 H8802 , dewelke voor hen [dienst] deden H1004 in de huizen H1116 der hoogten.
  33 H1961 H8799 H3373 Zij vreesden H3068 den HEERE H1961 H8799 H5647 H8802 , en dienden H430 [ook] hun goden H4941 , naar de wijze H1471 der volken H4480 , van H834 dewelke H853 zij die H1540 H8689 H4480 H8033 weggevoerd hadden.
  34 H5704 Tot H2088 op dezen H3117 dag H6213 H8802 toe doen H1992 die H7223 naar de eerste H4941 wijzen H3373 ; zij vrezen H3068 den HEERE H369 niet H6213 H8802 , en zij doen H369 niet H2708 naar hun inzettingen H4941 , en naar hun rechten H8451 , en naar de wet H4687 , en naar het gebod H834 , dat H3068 de HEERE H6680 H8765 geboden heeft H1121 aan de kinderen H3290 van Jakob H834 , dien H8034 Hij den naam H3478 Israel H7760 H8804 gaf.
  35 H3068 Nochtans had de HEERE H1285 een verbond H854 met H3772 H8799 hen gemaakt H6680 H8762 , en had hun geboden H559 H8800 , zeggende H3808 : Gij zult geen H312 andere H430 goden H3372 H8799 vrezen H3808 , noch H7812 H8691 u voor hen nederbuigen H3808 , noch H5647 H8799 hen dienen H3808 , noch H2076 H8799 hun offerande doen.
  36 H3588 H518 Maar H3068 den HEERE H834 , Die H853 u H4480 uit H776 H4714 Egypteland H1419 met grote H3581 kracht H5186 H8803 en met een uitgestrekten H2220 arm H5927 H8689 opgevoerd heeft H853 , Dien H3372 H8799 zult gij vrezen H7812 H8691 , en voor Hem zult gij u buigen H2076 H8799 , en Hem zult gij offerande doen;
  37 H2706 En de inzettingen H4941 , en de rechten H8451 , en de wet H4687 , en het gebod H834 , die H3789 H8804 Hij u geschreven heeft H8104 H8799 , zult gij waarnemen H6213 H8800 te doen H3605 te allen H3117 dag H312 ; en gij zult andere H430 goden H3808 niet H3372 H8799 vrezen.
  38 H1285 En het verbond H834 , dat H854 Ik met H3772 H8804 u gemaakt heb H3808 , zult gij niet H7911 H8799 vergeten H312 ; en gij zult andere H430 goden H3808 niet H3372 H8799 vrezen.
  39 H3588 H518 Maar H3068 den HEERE H430 , uw God H3372 H8799 , zult gij vrezen H1931 ; en Hij H853 zal u H5337 H8686 redden H4480 uit H3027 de hand H3605 van al H341 H8802 uw vijanden.
  40 H8085 H8804 Doch zij hoorden H3808 niet H3588 H518 , maar H1992 zij H6213 H8802 deden H7223 naar hun eerste H4941 wijze.
  41 H428 Maar deze H1471 volken H1961 H8799 H3373 vreesden H3068 den HEERE H1961 H8799 H5647 H8802 , en dienden H6456 hun gesneden beelden H1571 ; ook H6213 H8802 doen H1121 hun kinderen H1121 H1121 en hun kindskinderen H834 , gelijk als H1 hun vaders H6213 H8804 gedaan hebben H5704 , tot op H2088 dezen H3117 dag.