DSV_Strongs(i)
30
H582
Want de lieden
H894
van Babel
H6213 H8804
maakten
H5524
Sukkoth Benoth
H582
, en de lieden
H3575
van Chut
H6213 H8804
maakten
H5370
Nergal
H582
, en de lieden
H2574
van Hamath
H6213 H8804
maakten
H807
Asima,
31
H5757
En de Avieten
H6213 H8804
maakten
H5026
Nibhaz
H8662
en Tartak
H5616
, en de Sefarvieten
H8313 H8802
verbrandden
H1121
hun zonen
H152
voor Adramelech
H6048
en Anamelech
H430
, de goden
H5617
van Sefarvaim
H784
, met vuur.
32
H1961 H8799 H3373
Ook vreesden zij
H3068
den HEERE
H6213 H8799
, en maakten zich
H7098
van hun geringsten
H3548
priesteren
H1116
der hoogten
H1961 H8799 H6213 H8802
, dewelke voor hen [dienst] deden
H1004
in de huizen
H1116
der hoogten.
33
H1961 H8799 H3373
Zij vreesden
H3068
den HEERE
H1961 H8799 H5647 H8802
, en dienden
H430
[ook] hun goden
H4941
, naar de wijze
H1471
der volken
H4480
, van
H834
dewelke
H853
zij die
H1540 H8689 H4480 H8033
weggevoerd hadden.
34
H5704
Tot
H2088
op dezen
H3117
dag
H6213 H8802
toe doen
H1992
die
H7223
naar de eerste
H4941
wijzen
H3373
; zij vrezen
H3068
den HEERE
H369
niet
H6213 H8802
, en zij doen
H369
niet
H2708
naar hun inzettingen
H4941
, en naar hun rechten
H8451
, en naar de wet
H4687
, en naar het gebod
H834
, dat
H3068
de HEERE
H6680 H8765
geboden heeft
H1121
aan de kinderen
H3290
van Jakob
H834
, dien
H8034
Hij den naam
H3478
Israel
H7760 H8804
gaf.
35
H3068
Nochtans had de HEERE
H1285
een verbond
H854
met
H3772 H8799
hen gemaakt
H6680 H8762
, en had hun geboden
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Gij zult geen
H312
andere
H430
goden
H3372 H8799
vrezen
H3808
, noch
H7812 H8691
u voor hen nederbuigen
H3808
, noch
H5647 H8799
hen dienen
H3808
, noch
H2076 H8799
hun offerande doen.
36
H3588 H518
Maar
H3068
den HEERE
H834
, Die
H853
u
H4480
uit
H776 H4714
Egypteland
H1419
met grote
H3581
kracht
H5186 H8803
en met een uitgestrekten
H2220
arm
H5927 H8689
opgevoerd heeft
H853
, Dien
H3372 H8799
zult gij vrezen
H7812 H8691
, en voor Hem zult gij u buigen
H2076 H8799
, en Hem zult gij offerande doen;
37
H2706
En de inzettingen
H4941
, en de rechten
H8451
, en de wet
H4687
, en het gebod
H834
, die
H3789 H8804
Hij u geschreven heeft
H8104 H8799
, zult gij waarnemen
H6213 H8800
te doen
H3605
te allen
H3117
dag
H312
; en gij zult andere
H430
goden
H3808
niet
H3372 H8799
vrezen.
38
H1285
En het verbond
H834
, dat
H854
Ik met
H3772 H8804
u gemaakt heb
H3808
, zult gij niet
H7911 H8799
vergeten
H312
; en gij zult andere
H430
goden
H3808
niet
H3372 H8799
vrezen.
39
H3588 H518
Maar
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H3372 H8799
, zult gij vrezen
H1931
; en Hij
H853
zal u
H5337 H8686
redden
H4480
uit
H3027
de hand
H3605
van al
H341 H8802
uw vijanden.
40
H8085 H8804
Doch zij hoorden
H3808
niet
H3588 H518
, maar
H1992
zij
H6213 H8802
deden
H7223
naar hun eerste
H4941
wijze.
41
H428
Maar deze
H1471
volken
H1961 H8799 H3373
vreesden
H3068
den HEERE
H1961 H8799 H5647 H8802
, en dienden
H6456
hun gesneden beelden
H1571
; ook
H6213 H8802
doen
H1121
hun kinderen
H1121 H1121
en hun kindskinderen
H834
, gelijk als
H1
hun vaders
H6213 H8804
gedaan hebben
H5704
, tot op
H2088
dezen
H3117
dag.