Psalms 62

DSV_Strongs(i)
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3038 , over Jeduthun H5315 . [062:2] Immers is mijn ziel H1747 stil H430 tot God H3444 ; van Hem is mijn heil.
  2 H6697 [062:3] Immers is Hij mijn Rotssteen H3444 en mijn Heil H4869 , mijn Hoog Vertrek H7227 , ik zal niet grotelijks H4131 H8735 wankelen.
  3 H2050 H8779 [062:4] Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten H376 tegen een man H7523 H8792 ? Gij allen zult gedood worden H5186 H8803 ; gij zult zijn als een ingebogen H7023 wand H1760 H8803 , een aangestoten H1447 muur.
  4 H3289 H8804 [062:5] Zij raadslagen H7613 slechts, om [hem] van zijn hoogheid H5080 H8687 te verstoten H7521 H8799 ; zij hebben behagen H3577 in leugen H6310 ; met hun mond H1288 H8762 zegenen zij H7130 ; maar met hun binnenste H7043 H8762 vloeken zij H5542 . Sela.
  5 H5315 [062:6] Doch gij, o mijn ziel H1826 H8798 ! zwijg H430 Gode H8615 ; want van Hem is mijn verwachting.
  6 H6697 [062:7] Hij is immers mijn Rotssteen H3444 en mijn Heil H4869 , mijn Hoog Vertrek H4131 H8735 ; ik zal niet wankelen.
  7 H430 [062:8] In God H3468 is mijn Heil H3519 en mijn Eer H6697 ; de Rotssteen H5797 mijner sterkte H4268 , mijn Toevlucht H430 is in God.
  8 H982 H8798 [062:9] Vertrouw H6256 op Hem te aller tijd H5971 , o gij volk H8210 H0 ! Stort H3824 ulieder hart H8210 H8798 uit H6440 voor Zijn aangezicht H430 ; God H4268 is ons een Toevlucht H5542 . Sela.
  9 H1121 [062:10] Immers zijn de gemene H120 lieden H1892 ijdelheid H376 H1121 , de grote lieden H3577 zijn leugen H3976 ; in de weegschaal H5927 H8800 opgewogen H3162 , zouden zij samen H1892 [lichter] zijn dan de ijdelheid.
  10 H982 H8799 [062:11] Vertrouwt H6233 niet op onderdrukking H1498 , noch op roverij H1891 H8799 ; wordt niet ijdel H2428 , als het vermogen H5107 H8799 overvloedig aanwast H7896 H8799 , en zet H3820 er het hart niet op.
  11 H430 [062:12] God H259 heeft een H1696 H8765 ding gesproken H2098 , ik heb dit H8147 tweemaal H8085 H8804 gehoord H5797 : dat de sterkte H430 Godes is.
  12 H2617 [062:13] En de goedertierenheid H136 , o Heere H376 ! is Uwe; want Gij zult een iegelijk H7999 H8762 vergelden H4639 naar zijn werk.