DSV_Strongs(i)
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H3038
, over Jeduthun
H5315
. [062:2] Immers is mijn ziel
H1747
stil
H430
tot God
H3444
; van Hem is mijn heil.
2
H6697
[062:3] Immers is Hij mijn Rotssteen
H3444
en mijn Heil
H4869
, mijn Hoog Vertrek
H7227
, ik zal niet grotelijks
H4131 H8735
wankelen.
3
H2050 H8779
[062:4] Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten
H376
tegen een man
H7523 H8792
? Gij allen zult gedood worden
H5186 H8803
; gij zult zijn als een ingebogen
H7023
wand
H1760 H8803
, een aangestoten
H1447
muur.
4
H3289 H8804
[062:5] Zij raadslagen
H7613
slechts, om [hem] van zijn hoogheid
H5080 H8687
te verstoten
H7521 H8799
; zij hebben behagen
H3577
in leugen
H6310
; met hun mond
H1288 H8762
zegenen zij
H7130
; maar met hun binnenste
H7043 H8762
vloeken zij
H5542
. Sela.
5
H5315
[062:6] Doch gij, o mijn ziel
H1826 H8798
! zwijg
H430
Gode
H8615
; want van Hem is mijn verwachting.
6
H6697
[062:7] Hij is immers mijn Rotssteen
H3444
en mijn Heil
H4869
, mijn Hoog Vertrek
H4131 H8735
; ik zal niet wankelen.
7
H430
[062:8] In God
H3468
is mijn Heil
H3519
en mijn Eer
H6697
; de Rotssteen
H5797
mijner sterkte
H4268
, mijn Toevlucht
H430
is in God.
8
H982 H8798
[062:9] Vertrouw
H6256
op Hem te aller tijd
H5971
, o gij volk
H8210 H0
! Stort
H3824
ulieder hart
H8210 H8798
uit
H6440
voor Zijn aangezicht
H430
; God
H4268
is ons een Toevlucht
H5542
. Sela.
9
H1121
[062:10] Immers zijn de gemene
H120
lieden
H1892
ijdelheid
H376 H1121
, de grote lieden
H3577
zijn leugen
H3976
; in de weegschaal
H5927 H8800
opgewogen
H3162
, zouden zij samen
H1892
[lichter] zijn dan de ijdelheid.
10
H982 H8799
[062:11] Vertrouwt
H6233
niet op onderdrukking
H1498
, noch op roverij
H1891 H8799
; wordt niet ijdel
H2428
, als het vermogen
H5107 H8799
overvloedig aanwast
H7896 H8799
, en zet
H3820
er het hart niet op.