Nehemiah 12:25-33

DSV_Strongs(i)
  25 H4983 Matthanja H1229 en Bakbukja H5662 , Obadja H4918 , Mesullam H2929 , Talmon H6126 [en] Akkub H7778 , waren poortiers H4929 , de wacht H8104 H8802 waarnemende H624 bij de schatkamers H8179 der poorten.
  26 H428 Dezen H3117 waren in de dagen H3113 van Jojakim H1121 , den zoon H3442 van Jesua H1121 , den zoon H3136 van Jozadak H3117 , en in de dagen H5166 van Nehemia H6346 , den landvoogd H3548 , en van den priester H5830 Ezra H5608 H8802 , den schriftgeleerde.
  27 H2598 In de inwijding H3389 nu van Jeruzalems H2346 muur H1245 H8765 , zochten zij H3881 de Levieten H3605 uit al H4725 hun plaatsen H3389 , dat zij hen te Jeruzalem H935 H8687 brachten H2598 , om de inwijding H6213 H8800 te doen H8057 met vreugde H8426 , en met dankzeggingen H7892 , en met gezang H4700 , cimbalen H5035 , luiten H3658 , en met harpen.
  28 H1121 Alzo werden de kinderen H7891 H8789 der zangers H622 H8735 verzameld H4480 , zo uit H3603 het vlakke veld H5439 rondom H3389 Jeruzalem H4480 , als uit H2691 de dorpen H5200 van de Netofathieten;
  29 H4480 En uit H1004 het huis H1537 H8677 H1019 van Gilgal H4480 , en uit H7704 de velden H1387 van Geba H5820 en Asmaveth H3588 ; want H7891 H8789 de zangers H2691 hadden zich dorpen H1129 H8804 gebouwd H5439 rondom H3389 Jeruzalem.
  30 H3548 En de priesters H3881 en de Levieten H2891 H8691 reinigden zichzelven H2891 H8762 ; daarna reinigden zij H5971 het volk H8179 , en de poorten H2346 , en den muur.
  31 H5927 H0 Toen deed ik H8269 de vorsten H3063 van Juda H5927 H8686 opgaan H4480 H5921 op H2346 den muur H5975 H8686 ; en ik stelde H8147 twee H1419 grote H8426 dankkoren H8418 en omgangen H3225 , [een] ter rechterhand H4480 H5921 op H2346 den muur H830 H8179 , naar de Mistpoort toe.
  32 H310 En achter H3212 H8799 hen ging H1955 Hosaja H2677 , en de helft H8269 der vorsten H3063 van Juda.
  33 H5838 En Azarja H5830 , Ezra H4918 , en Mesullam,