DSV_Strongs(i)
4
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H5930
des brandoffers
H5564 H8804
leggen
H7521 H8738
, opdat het voor hem aangenaam zij
H3722 H8763
, om hem te verzoenen.
5
H1121
Daarna zal hij het jonge
H1241
rund
H7819 H8804
slachten
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H1121
; en de zonen
H175
van Aaron
H3548
, de priesters
H1818
, zullen het bloed
H7126 H8689
offeren
H1818
, en het bloed
H2236 H8804
sprengen
H5439
rondom
H4196
dat altaar
H6607
, hetwelk voor de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst is.
6
H5930
Dan zal hij het brandoffer
H6584 H8689
de huid aftrekken
H5409
, en het in zijn stukken
H5408 H8765
delen.
7
H1121
En de zonen
H175
van Aaron
H3548
, den priester
H784
, zullen vuur
H5414 H8804
maken
H4196
op het altaar
H6086
, en zullen het hout
H784
op het vuur
H6186 H8804
schikken.
8
H1121
Ook zullen de zonen
H175
van Aaron
H3548
, de priesters
H5409
, de stukken
H7218
, het hoofd
H6309
en het smeer
H6186 H8804
, schikken
H6086
op het hout
H784
, dat op het vuur
H4196
is, hetwelk op het altaar is.
9
H7130
Doch zijn ingewand
H3767
, en zijn schenkelen
H4325
zal men met water
H7364 H8799
wassen
H3548
; en de priester
H6999 H8689
zal dat alles aansteken
H4196
op het altaar
H5930
; het is een brandoffer
H801
, een vuuroffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
10
H7133
En indien zijn offerande
H6629
is van klein vee
H3775
, van schapen
H5795
of van geiten
H5930
, ten brandoffer
H8549
, zal hij een volkomen
H2145
mannetje
H7126 H8686
offeren.
11
H7819 H8804
En hij zal dat slachten
H3409
aan de zijde
H4196
van het altaar
H6828
noordwaarts
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H1121
; en de zonen
H175
van Aaron
H3548
, de priesters
H1818
, zullen zijn bloed
H5439
rondom
H4196
op het altaar
H2236 H8804
sprengen.
12
H5409
Daarna zal hij het in zijn stukken
H5408 H8765
delen
H7218
, mitsgaders zijn hoofd
H6309
en zijn smeer
H3548
; en de priester
H6186 H8804
zal die schikken
H6086
op het hout
H784
, dat op het vuur
H4196
is, hetwelk op het altaar is.
13
H7130
Doch het ingewand
H3767
en de schenkelen
H4325
zal men met water
H7364 H8799
wassen
H3548
; en de priester
H7126 H8689
zal dat alles offeren
H6999 H8689
en aansteken
H4196
op het altaar
H5930
; het is een brandoffer
H801
, een vuuroffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
14
H7133
En indien zijn offerande
H3068
voor den HEERE
H5930
een brandoffer
H5775
van gevogelte
H7133
is, zo zal hij zijn offerande
H8449
van tortelduiven
H1121
, of van jonge
H3123
duiven
H7126 H8689
, offeren.
15
H3548
En de priester
H4196
zal die tot het altaar
H7126 H8689
brengen
H7218
, en deszelfs hoofd
H4454 H8804
met zijn nagel splijten
H4196
, en op het altaar
H6999 H8689
aansteken
H1818
; en zijn bloed
H7023
zal aan den wand
H4196
des altaars
H4680 H8738
uitgeduwd worden.
16
H4760
En zijn krop
H5133
met zijn vederen
H5493 H8689
zal hij wegdoen
H7993 H8689
, en zal het werpen
H681
bij
H4196
het altaar
H6924
, oostwaarts
H4725
, aan de plaats
H1880
der as.
17
H3671
Verder zal hij die met zijn vleugelen
H8156 H8765
klieven
H914 H8686
, niet afscheiden
H3548
; en de priester
H6999 H8689
zal die aansteken
H4196
op het altaar
H6086
, op het hout
H784
, dat op het vuur
H5930
is; het is een brandoffer
H801
, een vuuroffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.