Lamentations 2:4-8

DSV_Strongs(i)
  4 H7198 [Daleth]. Hij heeft Zijn boog H1869 H8804 gespannen H341 H8802 als een vijand H3225 ; Hij heeft zich [met] Zijn rechterhand H5324 H8737 gesteld H6862 als een tegenpartijder H2026 H8799 , dat Hij doodde H4261 al de begeerlijke dingen H5869 der ogen H2534 ; Hij heeft Zijn grimmigheid H168 in de tent H1323 der dochter H6726 Sions H8210 H8804 uitgestort H784 als een vuur.
  5 H136 [He]. De Heere H341 H8802 is geworden als een vijand H3478 ; Hij heeft Israel H1104 H8765 verslonden H759 , Hij heeft al haar paleizen H1104 H8765 verslonden H4013 . Hij heeft deszelfs vastigheden H7843 H8765 verdorven H1323 ; en Hij heeft bij de dochter H3063 van Juda H8386 het klagen H592 en kermen H7235 H8686 vermenigvuldigd.
  6 H7900 [Vau]. En Hij heeft Zijn hut H2554 H8799 met geweld afgerukt H1588 , als een hof H4150 , Hij heeft Zijn vergaderplaats H7843 H8765 verdorven H3068 ; de HEERE H6726 heeft in Sion H7911 H8765 doen vergeten H4150 den hoogtijd H7676 en den sabbat H2195 , en Hij heeft in de gramschap H639 Zijns toorns H4428 den koning H3548 en den priester H5006 H8799 smadelijk verworpen.
  7 H136 [Zain]. De Heere H4196 heeft Zijn altaar H2186 H8804 verstoten H4720 . Hij heeft Zijn heiligdom H5010 H8765 te niet gedaan H2346 , Hij heeft de muren H759 harer paleizen H341 H8802 in des vijands H3027 hand H5462 H8689 overgegeven H1004 ; zij hebben in het huis H3068 des HEEREN H6963 een stem H5414 H8804 verheven H3117 als op den dag H4150 eens gezetten hoogtijds.
  8 H3068 [Cheth]. De HEERE H2803 H8804 heeft gedacht H7843 H8687 te verderven H2346 den muur H1323 der dochter H6726 Sions H6957 ; Hij heeft het richtsnoer H5186 H8804 [daarover] getogen H3027 , Hij heeft Zijn hand H7725 H8689 niet afgewend H1104 H8763 , dat Hij ze niet verslonde H2426 ; en Hij heeft den voormuur H2346 en den muur H3162 te zamen H56 H8686 treurig gemaakt H535 H8797 , zij zijn verzwakt.