Job 33:18-28

DSV_Strongs(i)
  18 H5315 Dat Hij zijn ziel H4480 van H7845 het verderf H2820 H8799 afhoude H2416 ; en zijn leven H7973 , dat het door het zwaard H4480 niet H5674 H8800 doorga.
  19 H3198 H8717 Ook wordt hij gestraft H4341 met smart H5921 op H4904 zijn leger H386 , en de sterke H7230 H8675 H7379 menigte H6106 zijner beenderen;
  20 H2416 Zodat zijn leven H3899 het brood H2092 H8765 zelf verfoeit H5315 , en zijn ziel H8378 de begeerlijke H3978 spijze;
  21 H1320 Dat zijn vlees H3615 H8799 verdwijnt H4480 uit H7210 het gezicht H6106 , en zijn beenderen H3808 , [die] niet H7200 H8795 gezien werden H8192 H8795 H8675 H8205 , uitsteken;
  22 H5315 En zijn ziel H7126 H8799 nadert H7845 ten verderve H2416 , en zijn leven H4191 H8688 tot de dingen, die doden.
  23 H518   H3426 Is er H5921 dan bij H4397 Hem een Gezant H3887 H8688 , een Uitlegger H259 , een H4480 uit H505 duizend H120 , om den mens H3476 zijn rechten plicht H5046 H8687 te verkondigen;
  24 H2603 H8799 Zo zal Hij hem genadig zijn H559 H8799 , en zeggen H6308 H8798 : Verlos H7845 hem, dat hij in het verderf H4480 niet H3381 H8800 nederdale H3724 , Ik heb verzoening H4672 H8804 gevonden.
  25 H1320 Zijn vlees H7375 H8738 zal frisser worden H4480 dan H5290 het was in de jeugd H3117 ; hij zal tot de dagen H5934 zijner jonkheid H7725 H8799 wederkeren.
  26 H413 Hij zal tot H433 God H6279 H8799 ernstiglijk bidden H7521 H8799 , Die in hem een welbehagen nemen zal H6440 , en zijn aangezicht H8643 met gejuich H7200 H8799 aanzien H582 ; want Hij zal den mens H6666 zijn gerechtigheid H7725 H8686 wedergeven.
  27 H582 Hij zal de mensen H7789 H8799 H5921 aanschouwen H559 H8799 , en zeggen H2398 H8804 : Ik heb gezondigd H3477 , en het recht H5753 H8689 verkeerd H3808 , hetwelk mij niet H7737 H8804 heeft gebaat;
  28 H5315 [Maar] [God] heeft mijn ziel H6299 H8804 verlost H4480 , dat zij niet H5674 H8800 voere H7845 in het verderf H2416 , zodat mijn leven H216 het licht H7200 H8799 aanziet.