Job 27:2-6

DSV_Strongs(i)
  2 H410 [Zo] [waarachtig] [als] God H2416 leeft H4941 , Die mijn recht H5493 H8689 weggenomen heeft H7706 , en de Almachtige H5315 , Die mijner ziel H4843 H8689 bitterheid heeft aangedaan!
  3 H3588 Zo H3605 lang H5750 als H5397 mijn adem H7307 in mij zal zijn, en het geblaas H433 Gods H639 in mijn neus;
  4 H518 Indien H8193 mijn lippen H5766 onrecht H1696 H8762 zullen spreken H518 , en indien H3956 mijn tong H7423 bedrog H1897 H8799 zal uitspreken!
  5 H2486 Het zij verre H518 van mij, dat H853 ik ulieden H6663 H8686 rechtvaardigen zou H5704 ; totdat H1478 H8799 ik den geest zal gegeven hebben H8538 , zal ik mijn oprechtigheid H4480 van H3808 mij niet H5493 H8686 wegdoen.
  6 H6666 Aan mijn gerechtigheid H2388 H8689 zal ik vasthouden H3808 , en zal ze niet H7503 H8686 laten varen H3824 ; mijn hart H3808 zal [die] niet H2778 H8799 versmaden H4480 van H3117 mijn dagen.