Job 21:27-34

DSV_Strongs(i)
  27 H2005 Ziet H3045 H8804 , ik weet H4284 ulieder gedachten H4209 , en de boze verdichtselen H5921 , [waarmede] gij tegen H2554 H8799 mij geweld doet.
  28 H3588 Want H559 H8799 gij zult zeggen H346 : Waar H1004 is het huis H5081 van den prins H346 , en waar H4908 is de tent H168 van de woningen H7563 der goddelozen?
  29 H3808 Hebt gijlieden niet H7592 H8804 gevraagd H5674 H8802 de voorbijgaanden H1870 op den weg H5234 H8762 , en kent gij H226 hun tekenen H3808 niet?
  30 H3588 Dat H7451 de boze H2820 H8735 onttrokken wordt H3117 ten dage H343 des verderfs H3117 ; [dat] [zij] ten dage H5678 der verbolgenheden H2986 H8714 ontvoerd worden.
  31 H3410 Wie H5921 zal hem in H6440 het aangezicht H1870 zijn weg H5046 H8686 vertonen H1931 ? Als hij H6213 H8804 [wat] doet H3410 , wie H7999 H8762 zal hem vergelden?
  32 H1931 Eindelijk wordt hij H6913 naar de graven H2986 H8714 gebracht H8245 H8799 , en is gedurig H5921 in H1430 den aardhoop.
  33 H7263 De kluiten H5158 des dals H4985 H8804 zijn hem zoet H4900 H8799 , en hij trekt H310 na H3605 zich alle H120 mensen H6440 ; en dergenen, die voor H369 hem geweest zijn, is geen H4557 getal.
  34 H349 Hoe H5162 H8762 vertroost gij H1892 mij dan met ijdelheid H8666 , dewijl [in] uw antwoorden H4604 overtreding H7604 H8738 overig is?