Jeremiah 43:3-6

DSV_Strongs(i)
  3 H1263 Maar Baruch H1121 , de zoon H5374 van Nerija H5496 H0 , hitst H5496 H8688 u tegen ons op H4616 , opdat H5414 H8800 hij ons overgeve H3027 in de hand H3778 der Chaldeen H4191 H8687 , dat zij ons doden H1540 H0 en ons gevankelijk H894 [naar] Babel H1540 H8687 wegvoeren.
  4 H8085 H8804 Alzo gehoorzaamde H3110 Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , en al de oversten H2428 der heiren H5971 , en al het volk H6963 , der stem H3068 des HEEREN H776 niet, om in het land H3063 van Juda H3427 H8800 te blijven.
  5 H3110 Maar Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , en al de oversten H2428 der heiren H3947 H8799 namen H7611 het ganse overblijfsel H3063 van Juda H1471 , die van al de heidenen H5080 H8738 , waar zij waren henengedreven H7725 H8804 , wedergekeerd waren H776 , om in het land H3063 van Juda H1481 H8800 te wonen;
  6 H1397 De mannen H802 , en de vrouwen H2945 , en de kinderkens H4428 , en des konings H1323 dochteren H5315 , en alle ziel H5018 , die Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1436 , bij Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H3240 H8689 , gelaten had H5030 , ook den profeet H3414 Jeremia H1263 , en Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija;