Genesis 30:35-31:1

DSV_Strongs(i)
  35 H5493 H8686 En hij zonderde af H1931 ten zelfden H3117 dage H6124 de gesprenkelde H2921 H8803 en geplekte H8495 bokken H3605 en al H5348 de gespikkelde H2921 H8803 en geplekte H5795 geiten H3605 , al H834 waar H3836 wit H3605 aan was, en al H2345 het bruine H3775 onder de lammeren H5414 H8799 ; en hij gaf H3027 dezelve in de hand H1121 zijner zonen.
  36 H7760 H8799 En hij stelde H1870 een weg H7969 van drie H3117 dagen H996 tussen H996 hem, en tussen H3290 Jakob H3290 ; en Jakob H7462 H8802 weidde H3498 H8737 de overige H6629 kudde H3837 van Laban.
  37 H3947 H8799 Toen nam zich H3290 Jakob H4731 roeden H3892 van groen H3839 populierenhout H3869 , en van hazelaar H6196 , en van kastanje H6478 H8762 ; en hij schilde H3836 daarin witte H6479 strepen H4286 , ontblotende H3836 het wit H834 , hetwelk H5921 aan H4731 die roeden was.
  38 H3322 H8686 En hij leide H4731 deze roeden H834 , die H6478 H8765 hij geschild had H7298 , in de goten H8268 , [en] in de drinkbakken H4325 van het water H834 , waar H6629 de kudde H935 H8799 kwam H8354 H8800 drinken H5227 , tegenover H6629 de kudde H3179 H8799 ; en zij werden verhit H935 H8800 , als zij kwamen H8354 H8800 om te drinken.
  39 H6629 Als dan de kudde H3179 H8799 verhit werd H413 bij H4731 de roeden H3205 H8799 , zo lammerde H6629 de kudde H6124 gesprenkelde H5348 , gespikkelde H2921 H8803 , en geplekte.
  40 H6504 H8689 Toen scheidde H3290 Jakob H3775 de lammeren H5414 H8799 , en hij wendde H6440 het gezicht H6629 der kudde H413 op H6124 het gesprenkelde H3605 , en al H2345 het bruine H3837 onder Labans H6629 kudde H7896 H8799 ; en hij stelde H5739 zijn kudden H909 alleen H7896 H8804 , en hij zette H3808 ze niet H5921 bij H6629 de kudde H3837 van Laban.
  41 H1961 H8799 En het geschiedde H3605 , telkens H6629 als de kudde H7194 H8794 der vroegelingen H3179 H8763 verhit werd H7760 H8804 , zo stelde H3290 Jakob H4731 de roeden H5869 voor de ogen H6629 der kudde H7298 in de goten H3179 H8763 , opdat zij hittig werden H4731 bij de roeden.
  42 H6629 Maar als de kudde H5848 H8687 spade hittig werd H7760 H8799 , zo stelde hij H3808 ze niet H5848 H8803 , zodat de spadelingen H3837 Laban H7194 H8803 , en de vroegelingen H3290 Jakob H1961 H8804 toekwamen.
  43 H376 En die man H6555 H0 brak H3966 gans H3966 zeer H6555 H8799 uit H1961 H8799 [in] [menigte], en hij had H7227 vele H6629 kudden H8198 , en dienstmaagden H5650 , en dienstknechten H1581 , en kemelen H2543 , en ezelen.
31
  1 H8085 H8799 Toen hoorde hij H1697 de woorden H1121 der zonen H3837 van Laban H559 H8800 , zeggende H3290 : Jakob H3947 H8804 heeft genomen H3605 alles H834 , wat H1 onzes vaders H4480 was, en van H834 hetgeen, dat H1 onzes vaders H3605 was, heeft hij al H2088 deze H3519 heerlijkheid H6213 H8804 gemaakt.