Esther 1:12-21

DSV_Strongs(i)
  12 H4436 Doch de koningin H2060 Vasthi H3985 H8762 weigerde H935 H8800 te komen H1697 op het woord H4428 des konings H834 , hetwelk H3027 door den dienst H5631 der kamerlingen H7107 H0 [haar] [aangezegd] [was]. Toen werd H4428 de koning H3966 zeer H7107 H8799 verbolgen H2534 , en zijn grimmigheid H1197 H8804 ontstak in hem.
  13 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H2450 tot de wijzen H6256 , die de tijden H3045 H8802 verstonden H3588 (want H3651 alzo H4428 moest des konings H1697 zaak H6440 geschieden, in de tegenwoordigheid H3605 van al H1881 degenen, die de wet H1779 en het recht H3045 H8802 wisten;
  14 H7138 De naasten H413 nu bij H3771 hem waren Carsena H8369 , Sethar H133 , Admatha H8659 , Tharsis H4825 , Meres H4826 , Marsena H4462 , Memuchan H7651 , zeven H8269 vorsten H6539 der Perzen H4074 en der Meden H6440 , die het aangezicht H4428 des konings H7200 H8802 zagen H7223 , die vooraan H3427 H8802 zaten H4438 in het koninkrijk),
  15 H4100 Wat H1881 men naar de wet H4436 met de koningin H2060 Vasthi H6213 H8800 doen zou H5921 H834 , omdat H3808 zij niet H6213 H8804 gedaan had H3982 het woord H4428 van den koning H325 Ahasveros H3027 , door den dienst H5631 der kamerlingen?
  16 H559 H8799 Toen zeide H4462 Memuchan H6440 voor het aangezicht H4428 des konings H8269 en der vorsten H4436 : De koningin H2060 Vasthi H3808 heeft niet H909 alleen H5921 tegen H4428 den koning H5753 H8804 misdaan H3588 , maar H5921 [ook] tegen H3605 al H8269 de vorsten H5921 , en tegen H3605 al H5971 de volken H834 , die H3605 in al H4082 de landschappen H4428 van den koning H325 Ahasveros zijn.
  17 H3588 Want H1697 deze daad H4436 der koningin H3318 H8799 zal uitkomen H5921 tot H3605 alle H802 vrouwen H1167 , zodat zij haar mannen H959 H8687 verachten zullen H5869 in haar ogen H559 H8800 , als men zeggen zal H4428 : De koning H325 Ahasveros H559 H8804 zeide H4436 , dat men de koningin H2060 Vasthi H6440 voor zijn aangezicht H935 H8687 brengen zou H935 H8804 ; maar zij kwam H3808 niet.
  18 H2088 Te dezen zelfden H3117 dage H8282 zullen de vorstinnen H6539 van Perzie H4074 en Medie H559 H8799 ook [alzo] zeggen H3605 tot al H8269 de vorsten H4428 des konings H834 , als H1697 zij deze daad H4436 der koningin H8085 H8804 zullen horen H963 , en er zal verachtens H7110 en toorns H1767 genoeg wezen.
  19 H518 Indien H4428 het den koning H2895 H8804 H5921 goeddunkt H4438 , dat een koninklijk H1697 gebod H4480 H6440 van H3318 H8799 hem uitga H3789 H8735 , hetwelk geschreven worde H1881 in de wetten H6539 der Perzen H4074 en Meden H3808 , en dat men het niet H5674 H8799 overtrede H834 : dat H2060 Vasthi H3808 niet H935 H8799 inga H6440 voor het aangezicht H4428 van den koning H325 Ahasveros H4428 , en de koning H5414 H8799 geve H4438 haar koninkrijk H7468 aan haar naaste H2896 , die beter H4480 is dan zij.
  20 H6599 Als het bevel H4428 des konings H834 , hetwelk H6213 H8799 hij doen zal H3605 in zijn ganse H4438 koninkrijk H3588 , (want H1931 het H7227 is groot H8085 H8738 ) gehoord zal worden H3605 , zo zullen alle H802 vrouwen H1167 aan haar mannen H3366 eer H5414 H8799 geven H4480 , van H1419 de grootste H5704 tot H6996 de kleinste toe.
  21 H1697 Dit woord H3190 H8799 nu was goed H5869 in de ogen H4428 des konings H8269 en der vorsten H4428 ; en de koning H6213 H8799 deed H1697 naar het woord H4462 van Memuchan.