DSV_Strongs(i)
2
G1161
En
G749
de hogepriester
G2532
, en
G4413
de voornaamsten
G2453
der Joden
G1718 G5656
, verschenen
G846
voor hem
G2596
tegen
G3972
Paulus
G2532
en
G3870 G5707
baden
G846
hem,
3
G154 G5734
Begerende
G5485
gunst
G2596
tegen
G846
hem
G3704
, opdat
G846
hij hem
G3343 G5667
zou doen komen
G1519
te
G2419
Jeruzalem
G4160 G5723
; [en] leggende
G1747
een lage
G846
, om hem
G2596
op
G3598
den weg
G337 G5629
om te brengen.
4
G3303
G3767
Doch
G5347
Festus
G611 G5662
antwoordde
G3972
, dat Paulus
G1722
te
G2542
Cesarea
G5083 G5745
bewaard werd
G1161
, en
G1438
dat hij zelf
G1722 G5034
haast
G3195 G5721
[derwaarts] zou
G1607 G5738
verreizen.
5
G3767
Die dan
G5346 G5748
, zeide hij
G1722
, onder
G5213
u
G1415
kunnen
G4782 G5631
, dat zij mede afreizen
G1536
, en zo er iets
G824
onbehoorlijks
G1722
in
G5129
dezen
G435
man
G2076 G5748
is
G846
, dat zij hem
G2723 G5720
beschuldigen.
6
G1161
En
G1722
als hij onder
G846
hen
G4119
niet meer
G2228
dan
G1176
tien
G2250
dagen
G1304 G5660
doorgebracht had
G2597 G5631
, kwam hij af
G1519
naar
G2542
Cesarea
G1887
; en des anderen daags
G1909
, op
G968
den rechterstoel
G2523 G5660
gezeten zijnde
G2753 G5656
, beval hij
G3972
, dat Paulus
G71 G5683
zou [voor] gebracht worden.
7
G1161
En
G846
als hij
G3854 G5637
daar gekomen was
G4026 G
, stonden
G2453
de Joden
G575
, die van
G2414
Jeruzalem
G2597 G5761
afgekomen waren
G4026 G5627
, rondom
G4183
[hem], vele
G2532
en
G926
zware
G157
beschuldigingen
G2596
tegen
G3972
Paulus
G5342 G5723
voortbrengende
G3739
, die
G3756
zij niet
G2480 G5707
konden
G584 G5658
bewijzen;
8
G846
Dewijl hij
G626 G5740
, verantwoordende, zeide
G3754
:
G3777
Ik heb noch
G1519
tegen
G3551
de wet
G2453
der Joden
G3777
, noch
G1519
tegen
G2411
den tempel
G3777
, noch
G1519
tegen
G2541
den keizer
G5100
iets
G264 G5627
gezondigd.
9
G1161
Maar
G5347
Festus
G2309 G5723
, willende
G2453
den Joden
G5485
gunst
G2698 G5641
bewijzen
G611 G5679
, antwoordde
G3972
Paulus
G2036 G5627
, en zeide
G2309 G5719
: Wilt gij
G1519
naar
G2414
Jeruzalem
G305 G5631
opgaan
G1563
, en aldaar
G1909
voor
G1700
mij
G4012
over
G5130
deze dingen
G2919 G5745
geoordeeld worden?
10
G1161
En
G3972
Paulus
G2036 G5627
zeide
G1510 G5748 G2476 G5761
: Ik sta
G1909
voor
G968
den rechterstoel
G2541
des keizers
G3757
, waar
G3165
ik
G2919 G
geoordeeld
G1163 G5748
moet
G2919 G5745
worden
G2453
; den Joden
G3762
heb ik geen
G91 G5656
onrecht gedaan
G5613
; gelijk
G4771
gij
G2532
ook
G2566
zeer
G2573
wel
G1921 G5719
weet.
11
G3303
G1063
Want
G1487
indien
G91 G5719
ik onrecht doe
G2532
, en
G5100
iets
G2288
des doods
G514
waardig
G4238 G5758
gedaan heb
G3868 G5736
, ik weiger
G3756
niet
G599 G5629
te sterven
G1161
; maar
G1487
indien
G3762
er niets
G2076 G5748
is
G3739
van hetgeen, waarvan
G3778
dezen
G3450
mij
G2723 G5719
beschuldigen
G1410 G5736
, zo kan
G3762
niemand
G3165
mij
G846
hun
G5483 G5664
uit gunst overgeven
G1941 G5731
. Ik beroep mij
G2541
op den keizer.