2 Samuel 11:15-27

  15 H3789 H8799 En hij schreef H5612 in dien brief H559 H8800 , zeggende H3051 H8798 : Stel H223 Uria H6440 vooraan H4136 tegenover H2389 den sterksten H4421 strijd H7725 H0 , en keer H4480 van H310 achter H7725 H8804 hem af H5221 H8738 , opdat hij geslagen worde H4191 H8804 en sterve.

  16 H1961 H8799 Zo geschiedde H3097 het, als Joab H413 op H5892 de stad H8104 H8800 gelet had H223 , dat hij Uria H5414 H8799 stelde H413 aan H4725 de plaats H834 , waarvan H3045 H8804 hij wist H3588 , dat H8033 aldaar H2428 strijdbare H582 mannen waren.

  17 H582 Als nu de mannen H5892 der stad H3318 H8799 uittogen H3097 en met Joab H3898 H8735 streden H5307 H8799 , vielen H4480 er van H5971 het volk H4480 , van H1732 Davids H5650 knechten H223 , en Uria H2850 , de Hethiet H4191 H8799 , stierf H1571 ook.

  18 H7971 H8799 Toen zond H3097 Joab H5046 H0 heen, en liet H1732 David H3605 den gansen H1697 handel H4421 van dezen strijd H5046 H8686 weten.

  19 H6680 H8762 En hij beval H4397 den bode H559 H8800 , zeggende H3615 H8763 : Als gij zult geeindigd hebben H3605 den gansen H1697 handel H4421 van dezen strijd H413 tot H4428 den koning H1696 H8763 uit te spreken;

  20 H1961 H8804 En het zal geschieden H518 , indien H2534 de grimmigheid H4428 des konings H5927 H8799 opkomt H559 H8804 , en hij tot u zegt H4069 : Waarom H5066 H0 zijt gij zo na H413 aan H5892 de stad H5066 H8738 gekomen H3898 H8736 om te strijden H3045 H8804 ? Wist gij H3808 niet H834 , dat H4480 H5921 zij van H2346 den muur H3384 H8686 zouden schieten?

  21 H3541 Wie H5221 H8689 sloeg H40 Abimelech H1121 , den zoon H3380 van Jerubbeseth H7993 H8689 ? Wierp H3808 niet H802 een vrouw H6400 een stuk H7393 van een molensteen H5921 op H4480 H5921 hem van H2346 den muur H8405 , dat hij te Thebez H4191 H8799 stierf H4100 ? Waarom H413 zijt gij tot H2346 den muur H5066 H8738 genaderd H559 H8804 ? Dan zult gij zeggen H5650 : Uw knecht H223 , Uria H2850 , de Hethiet H1571 , is ook H4191 H8804 dood.

  22 H4397 En de bode H3212 H8799 ging heen H935 H8799 , en kwam in H5046 H0 , en gaf H1732 David H5046 H8686 te kennen H3605 alles H834 , waar H3097 hem Joab H7971 H8804 om uitgezonden had.

  23 H4397 En de bode H559 H8799 zeide H413 tot H1732 David H3588 : H582 Die mannen H5921 zijn ons H1396 H8804 zeker te machtig geweest H413 , en zijn tot H3318 H8799 ons uitgetogen H7704 in het veld H5921 ; maar wij zijn tegen H1961 H8799 hen aan geweest H5704 tot aan H6607 de deur H8179 der poort.

  24 H3384 H8686 Toen schoten H3384 H8688 de schutters H4480 H5921 van H2346 den muur H413 af op H5650 uw knechten H4480 , dat er van H4428 des konings H5650 knechten H4191 H8799 dood gebleven zijn H5650 ; en uw knecht H223 , Uria H2850 , de Hethiet H1571 , is ook H4191 H8804 dood.

  25 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H413 tot H4397 den bode H3541 : Zo H413 zult gij tot H3097 Joab H559 H8799 zeggen H2088 : Laat deze H1697 zaak H408 niet H3415 H8799 kwaad zijn H5896 in uw ogen H3588 , want H2719 het zwaard H398 H8799 verteert H2090 zowel dezen H2088 als genen H2388 H8685 ; versterk H4421 uw strijd H413 tegen H5892 de stad H2040 H8798 , en verstoor H2388 H8761 ze; versterk hem alzo.

  26 H802 Als nu de huisvrouw H223 van Uria H8085 H8799 hoorde H3588 , dat H376 haar man H223 Uria H4191 H8804 dood was H5594 H8799 , zo droeg zij leed H5921 over H1167 haar heer.

  27 H60 En als de rouw H5674 H8799 was overgegaan H7971 H8799 , zond H1732 David H622 H8799 heen, en nam H413 haar in H1004 zijn huis H1961 H8799 ; en zij werd H802 hem ter vrouwe H3205 H8799 , en baarde H1121 hem een zoon H1697 . Doch deze zaak H834 , die H1732 David H6213 H8804 gedaan had H3415 H8799 , was kwaad H5869 in de ogen H3068 des HEEREN.