2 Chronicles 30:15-19

DSV_Strongs(i)
  15 H7819 H8799 Toen slachtten zij H6453 het pascha H702 H6240 , op den veertienden H8145 der tweede H2320 maand H3548 ; en de priesters H3881 en de Levieten H3637 H8738 waren beschaamd geworden H6942 H8691 , en hadden zich geheiligd H5930 , en hadden brandofferen H935 H8686 gebracht H1004 in het huis H3068 des HEEREN.
  16 H5975 H8799 En zij stonden H5921 in H5977 hun stand H4941 , naar hun wijze H8451 , naar de wet H4872 van Mozes H376 , den man H430 Gods H3548 ; de priesters H2236 H8802 sprengden H1818 het bloed H4480 , [dat] [nemende] uit H3027 de hand H3881 der Levieten.
  17 H3588 Want H7227 een menigte H6951 was in die gemeente H834 , die H3808 zich niet H6942 H8694 geheiligd hadden H3881 ; daarom waren de Levieten H5921 over H7821 de slachting H6453 der paaslammeren H3605 , voor iedereen H3808 , die niet H2889 rein H3068 was, om [die] den HEERE H6942 H8687 te heiligen.
  18 H3588 Want H4768 een menigte H5971 des volks H7227 , velen H4480 van H669 Efraim H4519 en Manasse H3485 , Issaschar H2074 en Zebulon H3808 , hadden zich niet H2891 H8694 gereinigd H3588 , maar H398 H8804 aten H6453 het pascha H3808 , niet H3789 H8803 gelijk geschreven is H3588 . Doch H3169 Jehizkia H6419 H8694 bad H5921 voor H559 H8800 hen, zeggende H3068 : De HEERE H2896 , die goed H3722 H8762 is, make verzoening H1157 voor [dien].
  19 H3605 [Die] zijn ganse H3824 hart H3559 H8689 gericht heeft H430 , om God H3068 den HEERE H430 , den God H1 zijner vaderen H1875 H8800 , te zoeken H3808 , hoewel niet H2893 naar de reinigheid H6944 des heiligdoms.