DSV_Strongs(i)
 
4
H559 H8799
[024:5] Toen zeiden
H582
de mannen
H1732
van David
H413
tot
H2009
hem: Zie
H3117
den dag
H834
, [in] welken
H3068
de HEERE
H413
tot
H559 H8804
u zegt
H2009
: Zie
H595
, Ik
H5414 H8802
geef
H341 H8802
uw vijand
H3027
in uw hand
H6213 H8804
, en gij zult hem doen
H834
, gelijk als
H3190 H8799
het goed zal zijn
H5869
in uw ogen
H1732
. En David
H6965 H8799
stond op
H3772 H8799
, en sneed
H3909
stilletjes
H3671
een slip
H834
van
H7586
Sauls
H4598
mantel.
 
5
H1961 H8799
[024:6] Doch het geschiedde
H310 H3651
daarna
H1732
, dat Davids
H3820
hart
H853
hem
H5221 H8686
sloeg
H5921 H834
, omdat
H3671
hij de slip
H834
van
H7586
Saul
H3772 H8804
afgesneden had.
 
6
H559 H8799
[024:7] En hij zeide
H582
tot zijn mannen
H4480
: Dat late
H3068
de HEERE
H2486
ver van
H518
mij zijn, dat
H2088
ik
H1697
die zaak
H6213 H8799
doen zou
H113
aan mijn heer
H4899
, den gezalfde
H3068
des HEEREN
H3027
, dat ik mijn hand
H7971 H8800
tegen hem uitsteken zou
H3588
; want
H1931
hij
H4899
is de gezalfde
H3068
des HEEREN!